Verzwaarde stelplicht, omkering bewijslast c.s.

Wanneer is sprake van verzwaarde stelplicht, wanneer wordt de bewijslast omgekeerd? Hieronder een aantal situaties.

Omkering van de bewijslast

Tenzij-clausule:

De bewijslast wordt omgekeerd als de wet een tenzij-clausule bevat. Een voorbeeld is art. 6:74 lid 1 BW:

“Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.”

Eiser moet hier conform de hoofdregel van art. 150 Rv bewijzen:

  • Het bestaan van een verbintenis;
  • Een tekortkoming in de nakoming van die verbintenis door de wederpartij;
  • Het bestaan van schade;
  • Causaal verband tussen de tekortkoming en de schade.

Gedaagde moet, eveneens conform de hoofdregel van art. 150 Rv in samenhang met het woordje “tenzij”, bewijzen:

  • dat de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.

Dat zou hij kunnen doen door een beroep te doen op een van de gronden in art. 6:75 BW:

“Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.”

Omkeringsregel

Schending van verkeers- of veiligheidsnormen:

Als een verkeers- of veiligheidsnorm is geschonden die bedoeld is om specifiek gevaar te voorkomen, en dat gevaar verwezenlijkt zich, dan wordt het causaal verband tussen de normschending en de schade voorshands aangenomen behoudens de mogelijkheid van tegenbewijs.

Maar, let op: dit is niet hetzelfde als omkering van de bewijslast. De bewijslast blijft bij eiser rusten, maar hij wordt geacht aan deze bewijslast te hebben voldaan en vervolgens is het aan gedaagde om dit te ontkrachten. Houd dit onderscheid scherp in de gaten. Je scoort er mogelijk punten mee door het als zodanig te benoemen.

Verzwaarde stelplicht

In zaken waar gedaagde vanwege zijn beroep over bepaalde informatie beschikt waarover eiser niet kan beschikken, rust op gedaagde een verzwaarde stelplicht.

Een voorbeeld is een arts die een operatie uitvoert en mogelijk een beroepsfout maakt. De patiƫnt is onder narcose en kan niet weten wat zich in de operatiekamer allemaal heeft afgespeeld. Daarom moet de arts hem die informatie verschaffen, zodanig dat hij in ieder geval genoeg tot zijn beschikking heeft om zijn vordering voldoende mee te kunnen onderbouwen.

Voldoet gedaagde niet aan zijn verzwaarde stelplicht, dan wordt het causaal verband tussen de beroepsfout en de schade vermoed aanwezig te zijn, behoudens de mogelijkheid van het leveren van tegenbewijs door gedaagde. Dat betekent, concreet, dat gedaagde alsnog dezelfde informatie op tafel zal moeten leggen. Dus kan hij dat maar beter meteen aan het begin doen en dus netjes voldoen aan zijn verzwaarde stelplicht.