Zoals hiervoor al is behandeld, heeft de crediteur het verhaalsrecht op alle goederen van zijn debiteur (art. 3:276).
Art. 3:276 BW: Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.
Tussen de schuldeisers onderling geldt als hoofdregel: de paritas creditorum (gelijkheid van de schuldeisers; art. 3:277 BW).
Art. 3:277 lid 1 BW: Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na voldoening van de kosten van executie, uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering, behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang.
Er zijn echter regels die een uitzondering maken op de hoofdregel van paritas creditorum: de zekerheden en voorrangsregels.
(1) persoonlijke zekerheidsrechten (dat wil zeggen: met betrekking tot een persoon):
Kenmerk: de crediteur ‘krijgt er als het ware een debiteur bij’.
(2) zakelijke zekerheidsrechten (dat wil zeggen: met betrekking tot een goed):
Van pand en hypotheek als bedongen voorrang, moet goed worden onderscheiden de voorrechten (privileges):
De rangregeling wordt beheerst door de artikelen 3:278 e.v. BW alsmede door meerdere bijzondere (publiekrechtelijke) wetten.