Verbintenissenrecht I
Verbintenissenrecht II
Goederenrecht

Onrechtmatigheid (van de daad; art. 6:162 lid 2 BW)

In lid 2 van art. 6:162 BW worden drie categorieën genoemd die strekken tot de onrechtmatigheid van een daad.

Art. 6:162 lid 2 BW:

Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

1. handelen in strijd met een wettelijke plicht

wet: algemeen verbindend voorschrift, publiek- of privaatrechtelijk

2. inbreuk op een subjectief recht

veelal neemt men aan dat de inbreuk rechtstreeks moet zijn;
subjectief recht:

  • absolute rechten
  • persoonlijkheidsrechten
  • persoonlijke rechten: alléén rechten uit huur- en pachtovereenkomst

3. maatschappelijke onbetamelijkheid (onzorgvuldigheid):

regels van ongeschreven privaatrecht; veelal is er sprake van onbetamelijkheid als de dader een risico creëert, waarmee de ander geen rekening behoefte te houden; of een maatschappelijk onacceptabele handelwijze heeft.

Samenloop tussen de drie onrechtmatigheidscategorieën