Op verlangen van de schuldenaar kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete matigen (art. 6:94 lid 1 BW).
Art. 6:94 lid 1 BW: Op verlangen van de schuldenaar kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete matigen, met dien verstande dat hij de schuldeiser ter zake van de tekortkoming niet minder kan toekennen dan de schadevergoeding op grond van de wet.
Ondergrens: het bedrag aan schadevergoeding dat op grond van de wet zou zijn verschuldigd, mede rekening houdend met het algemene matigingsartikel van 6:109 BW.
Art. 6:109 leden 1 en 2 BW: 1. Indien toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de tussen partijen bestaande rechtsverhouding en hun beider draagkracht, tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden, kan de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding matigen. 2. De matiging mag niet geschieden tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken. 3. Ieder beding in strijd met lid 1 is nietig.
Deze regeling over matiging van boetes is van dwingend recht (art. 6:94 lid 3 BW). In zoverre werkt dat hetzelfde als in het algemene matigingsartikel van 6:109 BW, waar in lid 3 eveneens is bepaald dat er sprake is van dwingend recht.
Art. 6:94 lid 3 BW: Van lid 1 afwijkende bedingen zijn nietig.
Indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, kan de rechter evenwel op verlangen van de crediteur – naast de bedongen boete die de strekking heeft van schadevergoeding – ook aanvullende schadevergoeding toekennen (art. 6:94 lid 2 BW).
Art. 6:94 lid 2 BW: Op verlangen van de schuldeiser kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, naast een bedongen boete die bestemd is in de plaats te treden van de schadevergoeding op grond van de wet, aanvullende schadevergoeding toekennen.