Verbintenissenrecht I
Verbintenissenrecht II
Goederenrecht

Gemeenschappelijke kenmerken van gebruiksrechten

(1) Ontstaan door

  • vestiging (art. 3:84 jo 3:98 BW)
Art. 3:84 lid 1 BW:

Voor overdracht van een goed wordt vereist een levering krachtens geldige titel, verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken.
Art. 3:98 BW:

Tenzij de wet anders bepaalt, vindt al hetgeen in deze afdeling omtrent de overdracht van een goed is bepaald, overeenkomstige toepassing op de vestiging, de overdracht en de afstand van een beperkt recht op een zodanig goed.
  • overdracht van eigendom onder voorbehoud van het beperkte recht (art. 3:81 lid 1 2e volzin)
Art. 3:81 lid 1 BW:

Hij aan wie een zelfstandig en overdraagbaar recht toekomt, kan binnen de grenzen van dat recht de in de wet genoemde beperkte rechten vestigen. Hij kan ook zijn recht onder voorbehoud van een zodanig beperkt recht overdragen, mits hij de voorschriften zowel voor overdracht van een zodanig goed, als voor vestiging van een zodanig beperkt recht in acht neemt.

(2) Inhoud veelal van regelend recht

(3) Vatbaar voor vervreemding en bezwaring

(4) Goederenrechtelijk karakter

(5) Tenietgaan (art. 3:81 lid 2 BW)

Art. 3:81 lid 2 BW:

Beperkte rechten gaan teniet door:

a. het tenietgaan van het recht waaruit het beperkte recht is afgeleid;

b. verloop van de tijd waarvoor, of de vervulling van de ontbindende voorwaarde waaronder het beperkte recht is gevestigd;

c. afstand;

d. opzegging, indien de bevoegdheid daartoe bij de wet of bij de vestiging van het recht aan de hoofdgerechtigde, aan de beperkt gerechtigde of aan beiden is toegekend;

e. vermenging;

en voorts op de overige in de wet voor iedere soort aangegeven wijzen van tenietgaan.

NB: elasticiteit van het moederrecht:

  • door tijdsverloop
  • relatieve werking van het tenietgaan bij afstand, vermenging; rechten van derden blijven bestaan (art. 3:81 lid 3 BW; vgl. art. 6:161 lid 3 BW)
Art. 3:81 lid 3 BW:

Afstand en vermenging werken niet ten nadele van hen die op het tenietgaande beperkte recht op hun beurt een beperkt recht hebben. Vermenging werkt evenmin ten voordele van hen die op het bezwaarde goed een beperkt recht hebben en het tenietgaande recht moesten eerbiedigen.
Art. 6:161 lid 3 BW (vermenging in het verbintenissenrecht):

Tenietgaan van een verbintenis door vermenging laat de op de vordering rustende rechten van derden onverlet.
  • door tenietgaan van het moederrecht
  • verjaring (art. 3:106 BW): sterke werking
Art. 3:106 BW:

Wanneer de verjaring van de rechtsvordering van een beperkt gerechtigde tegen de hoofdgerechtigde tot opheffing van een met het beperkte recht strijdige toestand wordt voltooid, gaat het beperkte recht teniet, voor zover de uitoefening daarvan door die toestand is belet.
  • opzegging, indien daartoe de bevoegdheid bestaat (bijv. bij erfpacht, art. 5:87 BW, of bij opstal, art. 5:104 BW).
Art. 5:87 BW (opzegging bij erfpacht):

1. Een erfpacht kan door de erfpachter worden opgezegd, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald.

2. Een erfpacht kan door de eigenaar worden opgezegd, indien de erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven. Na het einde van de erfpacht is de eigenaar verplicht de waarde die de erfpacht dan heeft aan de erfpachter te vergoeden, na aftrek van hetgeen hij uit hoofde van de erfpacht van de erfpachter te vorderen heeft, de kosten daaronder begrepen.

3. Een beding dat ten nadele van de erfpachter van het vorige lid afwijkt is nietig. In de akte van vestiging kan aan de eigenaar de bevoegdheid worden toegekend tot opzegging, behoudens op grond van tekortschieten van de erfpachter in de nakoming van zijn verplichtingen.
Art. 5:104 lid 2 BW (opzegging bij opstal; art. 5:87 over opzegging bij erfpacht wordt daar van overeenkomstige toepassing verklaard):

De artikelen 86, 87, 88, 91, 93, 94, 97 en 98 zijn van overeenkomstige toepassing op een zelfstandig recht van opstal.