Rechters die zelf feitenonderzoek doen

Stappenplan om vragen te beantwoorden over rechters die zelf op feitenonderzoek gaan

We nemen als voorbeeld een open vraag uit het tentamen van 21 mei 2016:

“De rechtbank moet oordelen over een schadeclaim van Jacobs, wiens auto op de rotonde voor de rechtbank is aangereden door een vrachtwagen. De vrachtwagen werd bestuurd door Piek. Piek verweert zich met de uitvoerig uitgewerkte stelling dat Jacobs hem voorrang had moeten verlenen. In twee schriftelijke rondes strijden Jacobs en Piek over de verkeerssituatie op de rotonde.

De rechter werkt op korte afstand van de rotonde waarover hij een oordeel moet vellen. De rechter besluit op eigen initiatief op zijn fiets te stappen en een kijkje te nemen bij de rotonde. De rechter stelt vast dat het verweer van de vrachtwagenchauffeur klopt en de rechter schrijft dat ook zo op in zijn eindvonnis.”

Vraagstelling:

“Biedt het oordeel van de rechter dat het verweer slaagt voor automobilist Jacobs grond voor hoger beroep? Beargumenteer uw antwoord.”

Hoe beantwoord je deze vraag?

Tot in 2017 heeft deze vraag in meerdere tentamens gezeten. Sindsdien komen we hem minder vaak tegen. Het kan zijn dat het accent is verschoven en dat dit onderwerp niet meer zo belangrijk wordt bevonden. Het is daarentegen zeker denkbaar dat hij weer een keer terugkomt in een nieuw tentamen. Daarom dit stappenplan zodat je voorbereid bent.

We laten eerst het officiƫle antwoordmodel zien:

  1. Art. 149 lid 1 Rv bepaalt dat de rechter alleen feiten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen die in het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en overeenkomstig de voorschriften van titel 2, afdeling 9 Rv zijn komen vast te staan (2pt).
  2. Uitzonderingen op de hoofdregel staan in art 149 lid 1 en 2 Rv: geen bewijs behoeven feiten die zijn gesteld en niet (voldoende) zijn betwist, alsmede feiten van algemene bekendheid en algemene ervaringsregels (2pt).
  3. De verkeerssituatie ter plaatse is tussen partijen in geschil (gesteld en voldoende gemotiveerd betwist). De verkeerssituatie kwalificeert niet als feit van algemene bekendheid noch als algemene ervaringsregel (art. 149 lid 2 Rv) (1pt).
  4. De rechter heeft zijn bevoegdheid overschreden door de gegrondverklaring van het verweer te baseren op zijn eigen waarneming van de rotonde en partijen (1pt).
  5. Wanneer op rechtmatige wijze de situatie had willen bekijken, dan had het op de weg gelegen een descente te bepalen (1pt).
  6. Er is sprake van schending van het beginsel van hoor en wederhoor (1pt).
  7. Partijen zijn immers niet in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de eigen waarneming van de rechter (1pt).
  8. De rechter dient immers op basis van art. 24 Rv te beslissen op grond van hetgeen partijen aan hun vordering/verweer ten grondslag hebben gelegd (1pt).

Verkorte handleiding

Als je op safe wilt spelen, neem dan in je antwoord in ieder geval de volgende elementen op die je per stuk kort uitwerkt zoals hierboven in dit antwoordmodel:

  • Art. 24 jo 149 lid 1 Rv: de partijautonomie. Leg het kort uit: de rechter moet zich bij zijn beslissing baseren op de door partijen aangedragen feiten. Die bepalen de omvang van het geding. Hij heeft niet de bevoegdheid om zelf actief op feitenonderzoek uit te gaan en zijn eigen waarneming in het geding te brengen.
  • Art. 19 Rv jo 6 EVRM (allebei noemen!): hoor- en wederhoor. Leg het kort uit: de rechter draagt zelf feiten aan waarover partijen zich niet hebben kunnen uitlaten. Zeker wanneer die feiten in het voordeel zijn van een van beide partijen, brengt dat mee dat de andere partij een geslaagd beroep zal kunnen doen op schending van het beginsel van hoor- en wederhoor.
  • Je kunt een parallel trekken met het arrest HR Googelende Rechter: de rechter mag niet zelf op feitenonderzoek uitgaan.
  • Vermeld dat de rechter desnoods dan maar een plaatsopneming/bezichtiging (met andere woorden: een descente) had moeten gelasten (noem voor de zekerheid art. 201 Rv). NB: hier wordt niet expliciet naar gevraagd, maar wees altijd zo volledig en uitgebreid mogelijk.