De bezitsoverdracht kan op de volgende wijzen geschieden (art. 3:114 en 3:115 BW):
Met als bijzondere vorm daarvan: de traditio symbolica.
Art. 3:114 BW: Een bezitter draagt zijn bezit over door de verkrijger in staat te stellen die macht uit te oefenen, die hij zelf over het goed kon uitoefenen.
Tweezijdige verklaring van oude en nieuwe bezitter zónder feitelijke handeling, waardoor de houder tot bezitter wordt.
Art. 3:115 aanhef en sub b BW: Voor de overdracht van het bezit is een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende: b. wanneer de verkrijger houder van de zaak voor de vervreemder was;
Tweezijdige verklaring zónder feitelijke handeling waardoor een houder voor de een tot houder voor de ander wordt. Het bezit gaat eerst over wanneer de derde (houder) de overdracht erkent of wanneer deze aan hem is medegedeeld.
Art. 3:115 aanhef en sub c BW: Voor de overdracht van het bezit is een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende: c. wanneer een derde voor de vervreemder de zaak hield, en haar na de overdracht voor de ontvanger houdt. In dit geval gaat het bezit niet over voordat de derde de overdracht heeft erkend, dan wel de vervreemder of de verkrijger de overdracht aan hem heeft medegedeeld.
Tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling waardoor de (oude) bezitter tot houder wordt voor de nieuwe bezitter.
Art. 3:115 aanhef en sub a BW: Voor de overdracht van het bezit is een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende: a. wanneer de vervreemder de zaak bezit en hij haar krachtens een bij de levering gemaakt beding voortaan voor de verkrijger houdt;
NB: De bovenstaande wijzen van overdracht betreft roerende zaken terwijl overdracht van het bezit van onroerende zaken apart niet mogelijk is. Bij de formele levering van de zaak gaat hier het bezit mede-over als gevolg van de eigendomsverkrijging. Door eigenmachtige inbezitneming (occupatie) kan men natuurlijk wél het bezit verwerven van onroerende zaken.
Een houder kan uiteraard géén bezit overdragen, maar hij kan wel de zaak in de feitelijke macht van de verkrijger brengen zodat deze zich eigenmachtig het bezit kan verschaffen (art. 3:113 BW).
Hieruit volgt dat een houder nimmer per constitutum possessorium het bezit kan verschaffen!!
Art. 3:113 BW: 1. Men neemt een goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen. 2. Wanneer een goed in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor een inbezitneming onvoldoende.