In bepaalde gevallen leidt het hebben van een bepaalde kwaliteit (ouders, werkgevers, bezitters van dieren of opstallen etc.) tot aansprakelijkheid, lós van de eigen gedraging. Zie afdeling 6.3.2 BW (titel 3: “onrechtmatige daad; afdeling 2: “aansprakelijkheid voor personen en zaken”).
Deze aansprakelijkheid is onder te verdelen in drie groepen, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Zie art. 6:169 BW.
Voorwaarde: het uitoefenen van ouderlijk gezag of voogdij.
Art. 6:169 BW: 1. Voor schade aan een derde toegebracht door een als een doen te beschouwen gedraging van een kind dat nog niet de leeftijd van veertien jaren heeft bereikt en aan wie deze gedraging als een onrechtmatige daad zou kunnen worden toegerekend als zijn leeftijd daaraan niet in de weg zou staan, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk. 2. Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een kind dat de leeftijd van veertien jaren al wel maar die van zestien jaren nog niet heeft bereikt, is degene die het ouderlijk gezag of de voogdij over het kind uitoefent, aansprakelijk, tenzij hem niet kan worden verweten dat hij de gedraging van het kind niet heeft belet.
(1) Risicoaansprakelijkheid van ouders voor als een doen te beschouwen gedragingen van kinderen beneden 14 jaar.
NB: het kind moet alle elementen van de onrechtmatigheid hebben vervuld, met uitzondering van (uiteraard) de toerekenbaarheid (in verband met art. 6:164 BW).
Art. 6:164 BW: Een gedraging van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, kan aan hem niet als een onrechtmatige daad worden toegerekend.
(2) Schuldaansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast van ouders voor “fouten” (dat wil zeggen: de eerste twee vereisten van art. 6:162 BW, namelijk (1) onrechtmatigheid en (2) toerekenbaarheid) van kinderen van 14 en 15 jaar. Dubbele aansprakelijkheid (zowel van ouders als kind).
De ouders kunnen zich disculperen door te bewijzen dat hen geen verwijt treft dat zij de gedragingen van het kind niet hebben belet (met andere woorden: aantonen als zorgvuldige ouders toezicht te hebben verricht en zorg in acht genomen).
(3) Met betrekking tot kinderen vanaf 16 jaar bestaat er geen kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders (hetgeen niet wil zeggen dat ouders niet schuld-aansprakelijk kunnen zijn).