Stappenplan internationale bewijs- en informatievergaring

Binnen Nederland

Stel, je procedeert bij de rechtbank Alkmaar en je wilt een getuige horen in Maastricht. In dat geval zou je art. 174 lid 1 Rv kunnen toepassen:

“Indien een getuige te ver verwijderd woont, kan de rechter het verhoor opdragen aan de rechter van gelijke rang van de woonplaats van de getuige.”

Let op de uitzondering van lid 2:

“Het eerste lid is niet van toepassing indien het een partij betreft die als getuige wordt gehoord.”

Binnen de EU maar niet in Denemarken

Als je een bewijshandeling wilt verrichten in het buitenland, en het gaat om een lidstaat van de EU maar niet Denemarken, gebruik je de EG Bewijsverordening (V.10 in de Kluwer).

NB: Denemarken is uitgezonderd in onderdeel 22 van de preambule:

“Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze verordening is derhalve niet verbindend voor, noch van toepassing in Denemarken.”

Art. 2 van de EG Bewijsverordening is de basis, en beschrijft in lid 1 hoe het verzoekende gerecht een verzoek richt aan het aangezochte gerecht tot het verrichten van bewijshandelingen.

Tentamenvragen zouden bijv. over art. 14 lid 1 sub a of b kunnen gaan: namelijk als een getuige een beroep doet op het verschoningsrecht. Stel, je richt een verzoek aan de rechter in Berlijn om een getuige te horen die zich kan beroepen op zijn geheimhouding als advocaat en dus het Duitse verschoningsrecht inroept. Dat wordt opgelost met sub a. Als daarentegen deze persoon een beroep wil doen op het Nederlandse verschoningsrecht, gelden aanvullende criteria die zijn beschreven in sub b. Hoewel het niet met zekerheid te zeggen is, lijkt het in beginsel meer voor de hand te liggen dat een dergelijke vraag vaker op sub a zal zien.

Een tentamenvraag zou op art. 17 kunnen zien: hierin wordt de mogelijkheid beschreven dat de partij die belang heeft bij het inwinnen van informatie in het buitenland, zelf actief participeert in de informatieverkrijging. Let scherp op de criteria in lid 2:

“Een handeling tot het verkrijgen van bewijs kan alleen rechtstreeks worden verricht indien zij vrijwillig en zonder dwangmaatregelen kan worden uitgevoerd.”

Buiten de EU of in Denemarken

Wil je informatie verkrijgen buiten de EU of in Denemarken? Dan val je terug op het Haags Bewijsverdrag (V.8 in de Kluwer).

Land dat niet is aangesloten bij het Haags Bewijsverdrag

Gaat het om een eenzame uitzondering die niet bij het Haags Bewijsverdrag is uitgesloten? Dan val je terug op art. 176 Rv:

Lid 1

Voor zover bij verdrag of EG-verordening niet anders is bepaald, kan de rechter, indien een getuige in het buitenland woont, aan een door hem aan te wijzen autoriteit van het land waar de getuige zijn woonplaats heeft, verzoeken het verhoor, indien mogelijk onder ede, te houden, of dat verhoor opdragen aan de Nederlandse consulaire ambtenaar tot wiens ressort de woonplaats van die getuige behoort.

Lid 2

De rechter bepaalt dan tevens de termijn die in acht genomen moet worden bij het betekenen aan de wederpartij van de plaats, de dag en het uur waarop dit verhoor wordt gehouden en stelt mede de dag vast waarop de zaak weer op de rol zal komen.

Lid 3

Het proces-verbaal van dit getuigenverhoor heeft gelijke kracht als dat van het door de Nederlandse rechter gehouden verhoor.