Wanneer je de inleiding in een eerste concept hebt geschreven dan ga je aan de slag met het indelen van de hoofdstukken en het maken van een vaste structuur. Deze structuur helpt jou maar ook je lezer wanneer hij je scriptie gaat lezen.
De betere scripties nemen de lezer mee in hun verhaal. Het mag voor jou als schrijver duidelijk zijn maar jouw taak is ook om de lezer mee te nemen in jouw verhaal. Een scriptie die technisch goed is kan om die reden toch een lager cijfer krijgen om het los van de inhoud (die correct is) verder volstrekt geen logische opbouw kent die voor een ander te begrijpen is. Een scriptie maak je voor jezelf maar schrijf je voor de lezer. Bepaal dan ook vooraf wie dat is. Dat kan per scriptie verschillen. Je kan schrijven voor specialiseren of voor een buurthuis. Dat maakt voor je onderzoek niet uit, maar wel voor de wijze waarop je de verslaglegging doet. Het een is niet beter dan het andere. Geef aan voor wie je het doet en zorg dat het geheel logisch is voor je lezer.
Inleiding
In de inleiding begin je vaak met de aanleiding of reden dat je deze scriptie schrijft. Daarna volgt de vraag- of probleemstelling inclusief de deelvragen en de afbakening van deze vragen. Na de vraagstelling schrijf je een paragraaf over de methode die je hebt gebruikt of gaat gebruiken tijdens je onderzoek. Vaak eindigt een inleiding met een paragraaf over de wijze waarop jij de vraagstelling gaat uitwerken in de verschillende hoofdstukken. Vaak worden deze paragrafen het plan van behandeling of leeswijzer genoemd.
De volgende hoofstukken
De hoofdstukken die volgen na de inleiding worden bepaald door de deelvragen en de wijze waarop je daar een antwoord op wil vinden. Een veel gebruikte vorm in onderzoek en scripties is dat iedere deelvraag beantwoord wordt in een hoofdstuk.
In ons voorbeeld betekent dit het volgende. De vraagstelling is ‘In hoeverre heeft de Nederlandse rechter de mogelijkheid om bij de begroting van verlies van arbeidsvermogen van jonge kinderen te kijken naar hun persoonlijke kenmerken? Is hervorming op dit punt wenselijk en zo ja, hoe kan dit worden bewerkstelligd?’
Dit leidt bijvoorbeeld tot de deelvragen:
- Hoe wordt door de rechter het bedrag van schadevergoeding voor het verlies van arbeidsvermogen van jonge kinderen vastgesteld?
- Welke factoren kan de rechter gebruiken bij de vaststelling van deze schadevergoeding?
- Welke alternatieve benaderingen zijn er voor de berekening van verlies van arbeidsvermogen?
Hieruit volgt dan bijvoorbeeld een hoofdstukindeling zoals:
- Inleiding
- Verlies van arbeidsvermogen van jonge kinderen
- Het vaststellen van schadevergoeding en haar uitdagingen
- Alternatieve benaderingen voor het vaststellen van schadevergoeding
- Samenvatting en conclusie
Je ziet dat het per hoofdstuk een slag dieper gaat. Bij het vaststellen van alternatieven (hier in hoofdstuk 4) kan je denken aan literatuuronderzoek of een rechtsvergelijking. Wanneer je twee studies doet kan je soms theorieën uit een ander wetenschapsgebied toepassen in het recht, bijvoorbeeld theorieën uit de economie.
Wanneer je er voor kiest om per een hoofdstuk een deelvraag te beantwoorden dan kan jij het jezelf en je lezer makkelijk maken door per hoofdstuk in de inleiding in het betreffende hoofdstuk de deelvraag te herhalen. Per hoofdstuk kan je dan in je tussenconclusie komen tot een antwoord op de in je inleiding van het hoofdstuk gestelde deelvraag. Alle deelconclusies opgeteld vormen je samenvatting en conclusie. Op die manier heb je per hoofdstuk een kernachtige alinea die je in je laatste hoofdstuk kan zetten. Je kan later kiezen de deelconclusie te laten staan of alle deelconclusies te knippen en daar één conclusie van te maken in je laatste hoofdstuk.
Dit leidt dan per hoofdstuk tot een inleiding die er als volgt uit kan zien.
2.1 Inleiding (herhaal de deelvraag en hoe je tot een antwoord gaat komen in dit hoofdstuk)
2.2 [Element uit je deelvraag]
2.3 [Element uit je deelvraag]
2.4 Tussenconclusie
3.1 Inleiding (herhaal de deelvraag en hoe je tot een antwoord gaat komen in dit hoofdstuk)
3.2 [Element uit je deelvraag]
3.3 [Element uit je deelvraag]
3.4 Tussenconclusie
4.1 Inleiding (herhaal de deelvraag en hoe je tot een antwoord gaat komen in dit hoofdstuk)
4.2 [Element uit je deelvraag]
4.3 [Element uit je deelvraag]
4.4 Tussenconclusie