Major bestuursrecht 30 mei 2015 gesloten vragen

Artikel 17 lid 1 van de Advocatenwet luidt: “De gezamenlijke advocaten, die in Nederland zijn ingeschreven, vormen de Nederlandse orde van advocaten. Zij is gevestigd te ‘s-Gravenhage. Zij is een publiekrechtelijk lichaam als bedoeld in artikel 134 van de Grondwet.”

De algemene raad is op grond van artikel 17a lid 1 sub a van de Advocatenwet een orgaan van de Nederlandse orde van advocaten.

Is de algemene raad een bestuursorgaan in de zin van de Awb?

Jan Bof is eigenaar van een grote woning. Hij verhuurt de zolderetage aan een student. Omdat Bof het gebruik van de woning wil wijzigen in kantoorpand, vraagt hij een zogenoemde woningonttrekkingsvergunning aan bij burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders verlenen Bof de gevraagde vergunning. De student voorziet dat hij hierdoor een andere woonruimte zal moeten zoeken.

Is de student belanghebbende bij de aan Bof verleende woningonttrekkingsvergunning?

Burgemeester en wethouders van de gemeente Saarden hebben een beleidsregel in de zin van de Awb opgesteld over de wijze waarop met de hen toekomende handhavingsbevoegdheden wordt omgegaan. Zo is bepaald dat horecagelegenheden bij overtredingen eerst tot drie maal toe een waarschuwing krijgen.

Rosalie Aarts, die zelf tussen twee cafés in woont, vindt dat er eigenlijk al na één waarschuwing een sanctie zou moeten worden opgelegd. Aarts verzoekt burgemeester en wethouders de beleidsregel te wijzigen. Burgemeester en wethouders wijzen haar verzoek af.

Is deze afwijzing een besluit in de zin van de Awb?

Lindy Driessen woont in een woonschip. Haar buurvrouw heeft een vergunning gekregen voor het aanmeren van een nieuw en veel groter woonschip. Driessen heeft hier problemen mee en wil de vergunning aanvechten.

Driessen bestudeert het besluit. Het blijkt dat het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot het beslissen op de aanvragen heeft overgedragen aan het hoofd van de afdeling waterzaken van de gemeente.

Is het college van burgemeester en wethouders gerechtigd een bevoegdheid over te dragen op een ambtenaar?

In welk geval toetst de bestuursrechter marginaal?

In de gemeente Hazelberg is het verboden bomen te kappen, tenzij een kapvergunning is verleend. Burgemeester en wethouders hebben in een beleidsregel bepaald dat zij geen kapvergunning verlenen voor bomen die ouder zijn dan 100 jaar.

Burgemeester en wethouders hebben vorig jaar per abuis een vergunning verleend voor de kap van een 130 jaar oude eik; deze vergunning had nooit verleend mogen worden. Als mevrouw Van den Berg vervolgens een kapvergunning vraagt voor de kap van een 130 jaar oude beuk, wordt de vergunning geweigerd. Mevrouw Van den Berg betwist de weigering en beroept zich op schending van het gelijkheidsbeginsel.

Is hier het gelijkheidsbeginsel geschonden?

In de gemeente Kasteelstroom vindt jaarlijks het Lentefeest plaats. Op de Lentemarkt is plaats voor twintig standplaatsen. Op grond van de gemeentelijke verordening is voor het innemen van een standplaats een vergunning vereist. De burgemeester heeft de (discretionaire) bevoegdheid om deze standplaatsvergunning te verlenen.

In de weken voor het Lentefeest komen er ruim veertig aanvragen binnen. De burgemeester besluit de aanvragen op volgorde van binnenkomst te honoreren.

Is de handelwijze van de burgemeester in overeenstemming met de Awb?

Op de vaststelling (en de wijziging) van een beleidsregel is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. Een burger dient een aanvraag in met het verzoek een beleidsregel te wijzigen, maar vergeet daarbij de nodige gegevens over te leggen. Het bestuursorgaan laat de aanvraag daarop buiten behandeling.

Had het bestuursorgaan deze burger in de gelegenheid moeten stellen de aanvraag aan te vullen, alvorens de aanvraag buiten behandeling te laten?

In 2013 is Kılıç een terrasvergunning geweigerd, omdat het terras niet voldeed aan de ter zake geldende beleidsregels en omdat één van de omwonenden zich hevig verzette tegen de komst van het terras. Als deze omwonende eind 2014 verhuist, dient Kılıç dezelfde aanvraag voor een terrasvergunning nogmaals in.

Moet het bevoegde bestuursorgaan deze nieuwe aanvraag opnieuw inhoudelijk beoordelen?

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zandingen willen de gladde bakstenen op het dorpsplein vervangen door ruwere tegels van Belgisch hardsteen. Op aandringen van de lokale ondernemers besluiten burgemeester en wethouders hierover eerst advies te vragen aan een bestratingsspecialist.

Is afdeling 3.3 van de Awb op dit advies van toepassing?

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht weigeren op grond van de ‘Waterverordening provincie Utrecht 2009’ een ontheffing te verlenen aan Tarik Zuidema van het verbod om een ligplaats voor het meren van een schip te maken. Zuidema dient tegen dit besluit per e-mail een bezwaarschrift in. Gedeputeerde Staten hebben kenbaar gemaakt dat zij langs elektronische weg bereikbaar zijn.

Als de behandelend ambtenaar het bericht wil openen, verschijnt de waarschuwing dat de bijlagen bij het bericht van Zuidema een virus bevatten.

Mag het bezwaarschrift van Zuidema nu niet-ontvankelijk worden verklaard?

Victor van den Berg heeft een stuk grond waarop een woonhuis staat. Hij heeft enkele jaren geleden op die grond zonder benodigde vergunning een schuur gebouwd.

Van den Berg verkoopt de grond met opstallen aan Pietersen. Na de levering ontstaat er een conflict tussen beiden over de illegale schuur. Omdat hij Pietersen van dienst wil zijn, dient Van den Berg alsnog een verzoek in voor een vergunning teneinde de schuur te legaliseren.

Is dit verzoek van Van den Berg een aanvraag in de zin van de Awb en moet het bevoegde bestuursorgaan het verzoek inhoudelijk behandelen?

De stichting KidCool heeft bij de gemeente een subsidie aangevraagd voor het opzetten van een nieuwe peuterspeelzaal. De aanvraag wordt afgewezen, omdat de aanvraag onvoldoende informatie zou bevatten voor een deugdelijke beoordeling. KidCool is onaangenaam verrast: al voor het indienen van de aanvraag heeft de stichting hier al uitgebreid overleg over gehad met gemeenteambtenaar De Vries; toen is duidelijk gezegd welke informatie diende te worden overgelegd.

Is het verstandig dat KidCool bij het bevoegde bestuursorgaan een klacht indient tegen de ambtenaar?

Bregje Beer ontvangt een uitkering op grond van de Ziektewet van het UWV. Als zij bijna één jaar een uitkering ontvangt, wordt zij opnieuw medisch gekeurd door een verzekeringsarts van het UWV. Volgens deze arts is Beer voldoende in staat om aan het werk te gaan.

Beer betwist dit, maar bij de beoordeling van haar bezwaarschrift komt de bezwaarverzekeringsarts van het UWV tot hetzelfde oordeel als de verzekeringsarts van het UWV.

In beroep bij de rechtbank (sector bestuursrecht) voert Beer wederom aan dat zij onvoldoende in staat is om aan het werk te gaan.

Is het verstandig dat Beer zelf een arts inschakelt om een en ander te bevestigen?

Een jongerenorganisatie wil een groot muziek- en debatevenement organiseren in de gemeente Dalberg. De organisatie heeft een aantal omstreden sprekers uitgenodigd. Om negatieve publiciteit en ongeregeldheden te voorkomen, wil de organisatie de namen van de sprekers zo lang mogelijk geheim houden.

Op grond van de gemeentelijke Evenementenverordening is een aanvrager verplicht om dergelijke gegevens (die van invloed kunnen zijn op de openbare orde) bij de aanvraag te vermelden.

Is de jongerenorganisatie verplicht de informatie over de sprekers over te leggen aan het bestuursorgaan en, als de organisatie dat wél doet, legt het bestuursorgaan deze informatie vervolgens standaard met de aanvraag ter inzage?

Op grond van artikel 29 van de Monumentenwet 1988 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – gehoord de schadebeoordelingscommissie – afwijzend beslist op het verzoek van Zuidema om vergoeding van door hem geleden schade als gevolg van het verbinden van voorschriften aan de aan hem verleende vergunning voor het herstellen van een archeologisch monument.

Welk rechtsmiddel staat er – op grond van de Awb – open tegen de afwijzende beslissing van de minister?

Koffiespeciaalzaak Macchiato heeft een terrasvergunning gekregen. Deze vergunning is op 1 mei verzonden aan Macchiato. Op grond van artikel 3:43 Awb is op 3 mei een afschrift van de vergunning verzonden aan Jef Anvers, die naast Macchiato woont. Op 6 mei wordt de vergunning gepubliceerd op de internetsite van de gemeente.

Anvers wil een bezwaarschrift indienen tegen de terrasvergunning en wil weten tot wanneer de bewaartermijn loopt. Daarvoor moet hij weten wanneer de bezwaartermijn voor hem aanvangt.

Aan welke handeling is de start van de bezwaartermijn gekoppeld?

Een Nederlandse deurwaarder heeft in opdracht van een buitenlandse opdrachtgever beslag gelegd op tegoeden van de staat Macunië bij een Nederlandse bank. Volgens de Minister van Veiligheid en Justitie zijn deze tegoeden echter bevroren op grond van een VN-resolutie, zodat het beslag niet is toegestaan. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft dan ook op grond van artikel 3a lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet de deurwaarder aangezegd, dat de aan hem opgedragen ambtshandeling in strijd is met een volkenrechtelijke verplichting van de Nederlandse Staat. De deurwaarder wil deze aanzegging juridisch aanvechten.

Staat er tegen deze aanzegging – op grond van de Awb – bezwaar of beroep bij de bestuursrechter open?

Het college van gedeputeerde staten heeft een vergunning verleend aan boer Klaasma voor het plaatsen van reclameborden langs de provinciale weg. Op dinsdag wordt het besluit aan Klaasma verzonden en op woensdag naar de buren van Klaasma. Op donderdag wordt het besluit gepubliceerd op de internetsite van de provincie.

De buren van Klaasma willen bezwaar maken tegen de vergunning. Tot en met welke dag, zes weken later, loopt de bezwaartermijn?

Patrick Vleugels aanvraag voor bijzondere bijstand bij de gemeente Valen wordt geweigerd. Na een mislukte bezwaarschriftprocedure stelt Vleugel beroep in bij de rechtbank (sector bestuursrecht). Naar aanleiding van het feit dat het beroep één week te laat is ingediend, nodigt de bestuursrechter Vleugel direct uit om ter zitting te verschijnen. Doel van de zitting is om te achterhalen of de termijnoverschrijding verwijtbaar is. Na afronding van deze zitting is de zaak duidelijk voor de bestuursrechter: het beroep is zonder goede reden te laat ingediend.

Kan de bestuursrechter het onderzoek nu sluiten en uitspraak doen?

De Autoriteit Consument en Markt, gevestigd te Den Haag, heeft op grond van artikel 58 Postwet 2009 een beslissing genomen, waar PostScriptum B.V. als belanghebbende bij betrokken is. PostScriptum, gevestigd te Amsterdam, wil de beslissing bij de bestuursrechter aanvechten en tevens een verzoek om voorlopige voorziening indienen.

Bij wie moet PostScriptum het verzoek om voorlopige voorziening indienen?

Erica Hendriks heeft een uitkering aangevraagd op grond van de Werkloosheidswet. De uitkering wordt geweigerd. Hendriks dient een bezwaarschrift en tevens een verzoek om voorlopige voorziening in bij de voorzieningenrechter.

Is de voorzieningenrechter bevoegd om gelijk uitspraak te doen in de hoofdzaak?

De woonboerderij van Dianne Visser is door het bevoegde bestuursorgaan aangewezen als monument. Visser stelt na een mislukte bezwaarschriftprocedure beroep in bij de rechtbank. De rechtbank vernietigt de beslissing op bezwaar wegens een motiveringsgebrek, het bevoegde bestuursorgaan moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen. Visser is blij met de uitspraak van de rechtbank, maar heeft toch haar twijfels: zij heeft namelijk in beroep ook als grond aangevoerd dat met het besluit tot aanwijzing van haar woonboerderij als monument het vertrouwensbeginsel is geschonden. De rechtbank heeft deze grond expliciet verworpen. Visser vraagt zich af of zij a) om deze reden tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep moet instellen of b) de nieuwe beslissing van het bevoegde bestuursorgaan kan afwachten en zo nodig in een tweede beroepsprocedure bij de rechtbank dezelfde grond (schending vertrouwensbeginsel) kan aanvoeren.

Beoordeelt de rechtbank alle beroepsgronden in een eventuele tweede beroepsprocedure over het besluit?

Karin Bauer heeft beroep ingesteld bij de rechtbank (sector) bestuursrecht. Bauer is er van overtuigd dat haar beroep gegrond is en zij vraagt de bestuursrechter het beroep vereenvoudigd te behandelen.

Tijdens een comparitie deelt de bestuursrechter mede dat hij daartoe geen reden ziet.

Welk rechtsmiddel staat voor Bauer tegen deze beslissing open?

Adriana Santos is gehandicapt en vraagt een invalideparkeerkaart aan (als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer). Het bestuursorgaan weigert de invalideparkeerkaart. Pas in beroep bij de rechtbank (sector bestuursrecht) wordt duidelijk dat Santos wel degelijk recht heeft op zo’n parkeerkaart. Santos stelt dat zij schade heeft geleden à €350 door de eerdere onterechte weigering van de invalideparkeerkaart. Nadat een schadeverzoek bij het bestuursorgaan tot niets heeft geleid, wil Santos een schadeverzoek bij de rechter indienen.

Welke rechter is bevoegd om te oordelen over het schadeverzoek van Santos?

Een bestuursorgaan verleent een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het bestuursorgaan verbindt aan de vergunning een voorschrift in het belang van de archeologische monumentenzorg. De geadresseerde ziet zich hierdoor voor extra kosten (schade) gesteld.

Biedt artikel 4.2 van de Wabo in dit geval een grondslag voor een tegemoetkoming in deze schade?

Micky Chong heeft een sportschool geopend. Omdat het bevoegde bestuursorgaan van oordeel is dat de sportschool illegaal is, heeft dat bestuursorgaan het afgelopen jaar al drie maal een last onder dwangsom aan Chong opgelegd. Pas als voor de vierde keer een last onder dwangsom wordt opgelegd, vecht Chong deze aan bij de bestuursrechter. De bestuursrechter oordeelt dat de sportschool helemaal niet illegaal is, zodat er geen grond is voor het opleggen van een dwangsom.

Heeft Chong nu recht ook op teruggave van de reeds eerder verbeurde dwangsommen?

Sacha Bakker heeft een aanvraag ingediend, maar de beslissing van het bestuursorgaan blijft uit. Bakker stelt geen beroep in tegen het niet tijdig beslissen bij de bestuursrechter. Vervolgens wil zij wel graag vergoeding van de schade geleden door het niet tijdig beslissen.

Kan Bakker deze schade nog wel vergoed krijgen?