HR 17 november 1967. NJ 1968, 42
ECLI:NL:HR:1967:AC4789
Verabsolutering van een relatief recht
Van den Bosch is pachter met een koopoptie op de weilanden van Neeltje Brouwer. Het vermogen van Neeltje Brouwer wordt beheerd door Pos. Pos weet Neeltje ertoe te bewegen om het weiland aan hem in eigendom over te dragen ‘om niet’ (het betrof een schenking). Als Neeltje komt te overlijden, wil Van den Bosch zijn koopoptie uitoefenen. Dan ontstaat het probleem dat Pos intussen eigenaar is geworden.
De Hoge Raad oordeelt dat Pos misbruik heeft gemaakt van zijn vertrouwenspositie en de wanprestatie van de erfgenamen van Neeltje op die manier heeft uitgelokt, en daarvan heeft geprofiteerd. Daarmee heeft Pos een onrechtmatige daad gepleegd. Hij wordt ertoe veroordeeld om het weiland alsnog aan Van den Bosch over te dragen.
Door aldus een actie uit onrechtmatige daad in te stellen, kan het (relatieve) recht van Van den Bosch als het ware worden opgerekt waardoor het derdenwerking krijgt. Daarmee wordt het relatieve recht in zekere zin ‘verabsoluteerd’. Op die manier kan het, langs de weg van de onrechtmatige daad, alsnog tegen Pos worden ingeroepen. Pos had het relatieve recht van Van den Bosch immers moeten respecteren.
Bottom line
Bottom line: het arrest Pos / Van den Bosch brengt mee dat een verbintenis uit de wet, zoals een onrechtmatige daad, tot eigendomsoverdracht kan verplichten (en dus een rechtsgeldige titel voor de eigendomsoverdracht kan opleveren).