Loss limit: HR 6 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:387

HR 6 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:387

Rechtsvraag

Interpretatie van loss limit in een polis in een verzekeringsovereenkomst die tot stand is gekomen op de beurs, door tussenkomst van een beursmakelaar. Begrenst beperkte voltekening (i.c. voor 89,5%) ook de loss limit, zodat slechts 89,% van de loss limit moet worden uitgekeerd?

Casus

In deze zaak gaat het om de manier waarop een beding met betrekking tot een loss limit in een verzekeringspolis moet worden geïnterpreteerd, wanneer die op de beurs tot stand is gekomen door de tussenkomst van een beursmakelaar.

De casus houdt kortweg in dat er, in de fabriekshallen van de rechtsvoorganger van de eiser in deze procedure, brand is ontstaan. De schade bedraagt meer dan 10 miljoen euro.

De verzekeraars doen een beroep op de loss limit in de polis die de aansprakelijkheid van de verzekeraars beperkt tot 7,5 miljoen euro. Omdat de polis maar voor 89,5% is volgetekend, keren de verzekeraars vervolgens dan ook 89,5% van de loss limit uit.

De eiser in deze procedure vordert vervolgens aanvulling tot het volledige bedrag van de loss limit. Dat komt neer op een nabetaling van bijna € 800.000. De eiser stelt dat de loss limit-bepaling, gelet op de tekst en gelezen in het licht van het gehele desbetreffende polisaanhangsel, dat indien de schade uitstijgt boven de loss limit, tenminste het volledige bedrag van de loss limit moet worden uitgekeerd.

De verzekeraars stellen daar tegenover dat de beperkte voltekening (namelijk voor 89,5%) ook de loss limit begrenst, zodat zij slechts 89,5% van de loss limit hoeven uit te keren.

Hoe moet het loss limit-beding in de polis worden geïnterpreteerd?

Het Hof ging uit van een objectieve uitlegvariant. Het gaat immers om een polis die op de beurs tot stand is gekomen, waarvan gesteld noch gebleken is dat daarover onderhandeld is. Het Hof gelastte, op basis van dat uitgangspunt, vervolgens een deskundigenbericht. De opdracht aan de deskundige was om duidelijk te maken wat het vaste beursgebruik is ten aanzien van de uitleg van een loss limit-bepaling, en hoe dat pleegt te worden toegepast in dit soort gevallen.

De conclusie van het Hof was, op basis van dit deskundigenbericht, dat er geen vast beursgebruik bestaat voor gevallen zoals dit.

Vervolgens koos het Hof voor een uitleg zoals de verzekeraars dat voor ogen hadden (dus uitkering van 89,5% van de loss limit). Het Hof hechtte met name waarde aan het argument van de verzekeraars dat de verplichting tot het uitkeren van schade die elke verzekeraar op zich neemt, niet afhankelijk zou mogen worden gemaakt van de (toevallige) mate van intekening en daarmee van de bereidheid van andere verzekeraars om een deel van het risico te dragen. Dit argument vormde voor het Hof een sterke aanwijzing voor de redelijkheid van de door de verzekeraars voorgestane uitleg.

De Hoge Raad bekrachtigt vervolgens het arrest van het Hof.

Deel dit arrest