Substantiëringsplicht (111 lid 3 Rv)

Art. 111 lid 3 Rv luidt:

Het exploot van dagvaarding vermeldt de door gedaagde tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor. Verder vermeldt het exploot de bewijsmiddelen waarover eiser kan beschikken en de getuigen die hij kan doen horen ter staving van de aldus betwiste gronden van de eis.

Het gaat om de eerste volzin (vetgedrukt): eiser is verplicht om de door de gedaagde partij tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor, in de dagvaarding te vermelden.

Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat alle verweren van de gedaagde en de bijbehorende gronden die aan eiser bekend zijn, netjes worden vermeld. Je mag dit niet selectief doen om de procedure een bepaalde kant uit te sturen.

De sanctie die op overtreding van de regels m.b.t. de dagvaarding staat, wordt vermeld in art. 120 lid 1 Rv:

Al hetgeen in deze afdeling is voorgeschreven, wordt op straffe van nietigheid in acht genomen.

Maar let op: art. 120 lid 4 maakt een uitzondering voor art. 111 lid 3 Rv.

Het eerste lid is niet van toepassing op hetgeen is voorgeschreven in artikel 111, derde lid. De rechter kan eiser bevelen alsnog de ontbrekende gegevens te verstrekken.

Bekijk ook ons overzicht van de belangrijkste uitgangspunten van het bewijsrecht.

Deel dit arrest