Raadkamergeheim

Hof Arnhem 24 februari 2010, NJFS 2010, 139

ECLI:NL:GHLEE:2010:BL5431

Wat “in raadkamer” gebeurt, is per definitie geheim. Schending van het raadkamergeheim is zelfs strafbaar. Zie dit arrest van het Hof Arnhem van 24 februari 2010, NJFS 2010, 139, ECLI:NL:GHLEE:2010:BL5431).

Het raadkamergeheim staat in art. 7 lid 3 RO:

“De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de rechterlijke ambtenaren in opleiding, de griffier, substituut-griffier en waarnemend griffiers van de Hoge Raad, gerechtsambtenaren en buitengriffiers, bedoeld in artikel 14, vierde lid, zijn tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit.”

Het raadkamergeheim is niet hetzelfde als “gesloten deuren”. Een zitting achter gesloten deuren is een zitting conform het bepaalde in art. 27 lid 1 Rv. De raadkamer ziet op de beraadslaging van rechters.

Schending van het raadkamergeheim is een misdrijf. Het is strafbaar gesteld in art. 272 lid 1 Sr:

“Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.”

De formulering “weet of redelijkerwijs moet vermoeden” wijst er al op dat opzet niet noodzakelijk is. Het redelijkerwijs moeten vermoeden dat bepaalde geheimen bewaard moeten blijven is voldoende.

De ratio achter het geheim van de raadkamer komt duidelijk tot zijn recht in de rechtsoverwegingen van het arrest van het Hof Arnhem, onder “wettelijk kader”, de vijfde alinea:

De strekking van artikel 7, lid 3 Wet RO is dat rechters in raadkamer tijdens hun beraadslaging vrijelijk met elkaar moeten kunnen discussiëren en hun gedachten en gevoelens moeten kunnen uitwisselen zonder dat er gevaar bestaat dat dit later buiten de raadkamer openbaar wordt gemaakt en dit hen kan worden tegengeworpen. Rechters moeten in raadkamer ook vrijelijk kunnen terugkomen op een eerder ingenomen standpunt, fouten kunnen maken en emoties kunnen uiten. Het geheim van de raadkamer is algemeen en ruim geformuleerd en omvat de gehele gedachtevorming in raadkamer en al hetgeen bij de bespreking daarvan in raadkamer aan de orde is gekomen. Het gaat er om dat -anders dan datgene wat uiteindelijk in de rechterlijke beslissing terecht komt- de wijze waarop tot de uiteindelijke beslissing is gekomen en de inbreng van elke individuele rechter in de achterliggende beraadslaging geheim blijft. Dit betekent dat een rechter dus niet alleen de meningen van zijn collega-rechters, maar ook zijn eigen persoonlijke afwegingen met betrekking tot een zaak, zoals geuit of tot stand gekomen in raadkamer, niet naar buiten mag brengen.

Deel dit arrest