Een declaratoir vonnis stelt een bepaalde rechtstoestand vast. In feite heeft een declaratoire uitspraak daarmee het karakter van een verklaring voor recht. Dat een declaratoir vonnis naar zijn aard evenmin geschikt is voor behandeling in kort geding door de voorzieningenrechter, volgt eveneens uit het spoedeisende en ‘informele’ karakter van de kortgedingprocedure. Een kort geding is niet bedoeld om tot op de ‘bodem’ te gaan. Daarvoor bestaat de ‘bodemprocedure’. Een kort geding mondt uit in een voorlopige ordemaatregel. De benodigde rust en bezinning om een rechtstoestand doeltreffend in kaart te brengen, ontbreken daardoor. In feite ontstaat hier precies hetzelfde probleem als bij een constitutief vonnis. Het veranderen of vaststellen van de rechtsverhoudingen tussen partijen is iets wat niet past bij een voorlopige ordemaatregel bij de voorzieningenrechter maar wat in een bodemprocedure thuishoort.