
Politie wimpelt aangifte af tegen gezinshuis
Audio
Transcriptie
12-07-2022
11:12
Inbound telefoongesprek
Lengte: 00:13:14
(inkomende oproep zonder nummerweergave)
Legenda
Vrouw 01: Els (politie Heerhugowaard)
Man 01: mr. T.A. (Tom) Knijp
Man 01: Met Tom Knijp.
Vrouw 01: Ja goedemiddag, goedemorgen, met Els van de politie Heerhugowaard.
Man 01: Goedemorgen.
Vrouw 01: Jij had gebeld.
Man 01: Juist. Politie he? Begrijp ik?
Vrouw 01: Ja.
Man 01: Juist. Ja ja klopt. Het gaat om een aangiftegesprek wat ik graag zou willen inplannen. Het gaat om een incident wat zich gisteravond heeft voorgedaan in de plaats […] in Friesland, waar ik samen met een cameraploeg en een aantal andere betrokkenen ben aangevallen. En-
Vrouw 01: Door wie?
Man 01: Dat-
Vrouw 01: Door wie?
Man 01: Dit is gebeurd door een, bij een gezinshuis. Het gezinshuis heet […]. En-
Vrouw 01: Ja maar, maar wat deden jullie daar? Hadden jullie daar toestemming voor?
Man 01: Nee. Die hadden we ook niet nodig. Wij zijn er komen filmen. En ik hoorde inderdaad, vanmorgen heb ik uw collega gesproken. Die begon ook gelijk van hebben jullie daar toestemming voor gehad.
Vrouw 01: Ja?
Man 01: Dat is niet relevant. Kijk: je mag geen mensen aanvallen. Dat is heel simpel.
Vrouw 01: Nee. Nee, jij komt op iemands gebied, en je filmt op iemands gebied. En dan heeft iemand wel het recht om zich te verdedigen.
Man 01: Kent u de casus mevrouw?
Vrouw 01: Nee, maar ik zie dus dat-
Man 01: Nee, ok, maar mevrouw-
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: Dan ga ik u even onderbreken. Als u de casus niet kent, dan vind ik het buitengewoon vreemd dat ik het woord ‘gezinshuis’ noem, en dat u gelijk eigenlijk in het defensieve schiet, en dat u mij gelijk voorhoudt van, van wat deden jullie daar, die mensen hadden het recht om zich te verdedigen. Mevrouw, u kent de casus niet. U heeft daar absoluut-
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: helemaal niets over te zeggen. Kijk, het enige is, wij-
Vrouw 01: Ja u bent ook erg agressief aan de telefoon trouwens. En ik-
Man 01: Mevrouw-
Vrouw 01: wil dan even dat u uitlegt waarom u daar was, en waarom u daar filmde.
Man 01: Mevrouw, dan ga ik-
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: Ik ga u opnieuw onderbreken. U beticht mij ervan dat ik agressief ben aan de telefoon.
Vrouw 01: Ja!
Man 01: Ik vind dat uw medewerker, uw collega, mij vanmorgen best wel heel onheus heeft behandeld. Ik vertelde dat [onhoorbaar]-
Vrouw 01: Welke collega?
Man 01: Ehm-
Vrouw 01: Welke collega?
Man 01: Ja, een of ander, ik weet het niet precies. Ik heb het gesprek opgenomen dus we kunnen het altijd nog even terugluisteren. Dit gesprek wordt trouwens ook opgenomen-
Vrouw 01: Er is politie bij geweest? Er is politie bij geweest?
Man 01: Daar is gisteravond wel politie bij geweest. De daders hebben de politie gebeld. Tot onze grote verontwaardiging-
Vrouw 01: De daders hebben de politie gebeld. En wat-
Man 01: Juist.
Vrouw 01: wat is het adres waar het gebeurd is?
Man 01: Dat ga ik nu gelijk even erbij pakken. Dat is […] en dat zit op het adres, even kijken, de straat heet, even zien hoor.
Vrouw 01: Ik zou het liefst een postcode willen hebben.
Man 01: Juist, ja ja. De postcode is […].
Vrouw 01: […].
Man 01: In […] is dat. Ja. Het huisnummer is […]-
Vrouw 01: Ja en, […]?
Man 01: Ja. En ik vermoed dat dat het adres is, maar weet je wat het is, wij gaan met een aantal, een aantal betrokkenen gaan wij aangifte doen. Wij hebben ook videobeelden. Ja wat ik al zeg, er was natuurlijk een hele cameraploeg aanwezig. Dus dat weerspreekt ook, ja weet je, u neemt de telefoon op, of u belt mij, en u zegt gelijk van: die mensen hadden het recht om zich te verdedigen-
Vrouw 01: Ja.
Man 01: zodra ik het woord ‘gezinshuis’ heb genoemd.
Vrouw 01: Ja.
Man 01: Wat ik buitengewoon merkwaardig vind. Maar onze camerabeelden spreken gewoon boekdelen. Wij zijn gewoon aangevallen. Dit is openlijke geweldpleging. Kijk en ik ben het ook zeer met u oneens-
Vrouw 01: Ja maar-
Man 01: [onhoorbaar]
Vrouw 01: u mag daar niet komen dan. [onhoorbaar]-
Man 01: Mevrouw. Mevrouw.
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: U kent de casus niet. Mevrouw. Nee, mevrouw, ik ga u opnieuw onderbreken. U kent de casus helemaal niet-
Vrouw 01: Dit adres klopt niet. Dit adres klopt niet. En ik wil graag een goed adres zodat ik de melding terug kan vinden.
Man 01: Juist. Dan is het denk ik het handigste dat ik eerst even contact opneem met mijn collega’s, en dat wij eventueel gaan kijken of wij dit via het VIK of via de Rijksrecherche gaan doen, op de een of andere manier.
Vrouw 01: Ohhhh!! Via het VIK willen jullie het gaan doen!! Nou!! Ik denk dat we eerst maar eens even moeten uitsluiten wat er gebeurd is, want ik wil eerst het verhaal van mijn collega’s weten.
Man 01: Nou, wat mij handig lijkt is dat ik eventjes ga overleggen met mijn eigen collega’s. Met alle betrokkenen-
Vrouw 01: Ja ik wil eerst van u een adres hebben!
Man 01: Eerlijk gezegd, mevrouw, heel recht voor zijn raap: ik vertrouw u niet. Dus we gaan nu het volgende doen. Ik ga dit gesprek-
Vrouw 01: U vertrouwt mij niet! Nou dat klinkt heel fijn!
Man 01: Mevrouw. Ik ga het volgende doen. Ik ga het u even rustig uitleggen. Ik ga dit gesprek zo dadelijk beëindigen. Wat ik u nog wil meegeven-
Vrouw 01: Ja.
Man 01: hierin is dat wij inderdaad eerst met z’n allen gaan terugkoppelen wat we nu wel gaan doen.
Vrouw 01: Ja.
Man 01: Het feit dat u dit gesprek insteekt, eigenlijk gelijk al op een behoorlijk verbaal agressieve toon, want dat verwijt kan ik u ook net zo goed maken namelijk-
[onhoorbaar]
[praten door elkaar heen]
Man 01: Mevrouw wilt u mij laten uitpraten?
Vrouw 01: Nee u laat mij ook niet uitpraten.
Man 01: Mevrouw. Mevrouw.
Vrouw 01: Dan laat ik u ook niet uitpraten.
Man 01: Mevrouw, wilt u zich professioneel gedragen. Ik bel nu gewoon de politie om aangifte [onhoorbaar]-
Vrouw 01: [onhoorbaar] maar u laat mij ook niet uitpraten.
Man 01: Mevrouw, ik vind het buitengewoon hinderlijk hoe u mij bejegent. Ik doe een melding, –
Vrouw 01: Ik ook [onhoorbaar]
Man 01: Nee. Mevrouw, luister.
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: Mevrouw, mevrouw. Mevrouw. Ik noem het woord ‘gezinshuis’. En het eerste wat u doet, is: u schiet in de verdediging. U zegt gelijk dat die mensen het recht hadden om dit te doen, terwijl u de casus helemaal niet kent. Mevrouw-
Vrouw 01: Nee, [onhoorbaar]
Man 01: even in alle eerlijkheid:
Vrouw 01: Nee, heeft u het recht om daar te filmen, had u daar toestemming voor, heb ik gevraagd.
Man 01: Mevrouw, als u van mening bent dat ik daar geen toestemming voor had, dan is dat een civielrechtelijke kwestie. Dan kunt u dat neerleggen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dan u een klacht over mij indien-
Vrouw 01: Maar u heeft geen antwoord op mijn vraag gegeven. Heeft u daar toestemming voor gehad? Daar gaf u geen antwoord op.
Man 01: Mevrouw, ik ga helemaal niets met u delen over deze casus totdat ik eerst [onhoorbaar]
Vrouw 01: Nee dat bedoel ik dus.
Man 01: met mijn collega’s-
Vrouw 01: En dan gaat u zeggen dat ik vervelend ben. Maar u wilt nergens antwoord op geven, maar verwacht dan wel dat wij een aangifte gaan inplannen. Terwijl wij niet weten of het aangiftewaardig is. Dat moet ik eerst uitvragen. Dat laat u mij ook niet doen.
Man 01: Mevrouw, u hoeft niet te beoordelen of het aangiftewaardig is.
Vrouw 01: Ja!
Man 01: Ik ken de wet heel goed, artikel 161 Wetboek van Strafvordering-
Vrouw 01: Nou-
Man 01: Ik heb gewoon het recht-
Vrouw 01: Weet u wat?
Man 01: om aangifte te doen.
[praten door elkaar heen]
Vrouw 01: U heeft het recht, maar dan moet het wel een strafbaar feit zijn.
Man 01: Mevrouw, openlijke geweldpleging is een strafbaar feit. Maar zonder de casus te kennen houdt u mij voor-
Vrouw 01: Maar u wilt mij voor de rest, u wilt mij voor de rest helemaal geen uitleg geven. Dus dat vind ik ook een beetje vreemd.
Man 01: Ja, uw, kijk, uw eigen collega was gisteravond ter plaatse. Wij weten-
Vrouw 01: Ja?
Man 01: dat die collega zelf banden heeft met dit gezinshuis. Ja? Dus-
Vrouw 01: Jaaah. Dus u gaat… maar ik wil gewoon een adres weten om te kijken wat er gebeurd is, en dat geeft u mij ook niet. U geeft mij dat niet.
Man 01: Omdat ik het niet weet. Dat moet ik eerst gaan terugkoppelen met mijn eigen collega’s.
Vrouw 01: Dus u gaat mij… nou ok, dat is prima. Dan belt u daarna. Dan ga ik hem er nu even uit halen, dan bellen jullie terug als jullie alles op orde hebben. Is dat zo beter?
Man 01: Het zou buitengewoon fijn zijn als u het er niet uit haalt. Het er gewoon even in laat staan-
Vrouw 01: [onhoorbaar] Wij gaan niet elke keer bellen. Dus ik, ik weet niet wanneer u met uw collega’s overlegd heeft. En dan gaat u bij ons dit neerleggen, zodat wij elke dag moeten gaan bellen of u tijd heeft, en of u [onhoorbaar] besproken heeft. Dat wil… dat klopt toch niet? Ik denk dat het handig is dat jullie gewoon eerst gaan overleggen. Alles op een rijtje zetten. En dat jullie dan eventueel bellen voor een nieuwe afspraak, zodat we dan gewoon heel duidelijk een afspraak kunnen maken.
Man 01: Ja. Nou goed. Ja.
Vrouw 01: Is dat een goeie?
Man 01: Ja, laat ik het zo zeggen. Ik heb even een vraag aan u. Bent u echt niet op de hoogte van de casus? Of kunt u op de een of andere manier in het systeem zien dat er-
Vrouw 01: Nee echt niet. Ik kan dat niet zien. Ik kan het echt niet zien.
Man 01: OK.
Vrouw 01: Ik heb er echt niets van gezien nog.
Man 01: OK. Maar ik noem wel het woord ‘gezinshuis’ en u wordt gelijk heel defensief. Dat kan ik duidelijk merken. En dat is ook echt een feit dat ik het woord ‘gezinshuis’ noem.
Vrouw 01: Nee, ik heb gevraagd of jullie toestemming hadden. En dat is mijn goed recht, want filmen, dan heb je toestemming daarvoor nodig. Dat was mijn eerste vraag. En daar gaf jij dus geen antwoord op.
Man 01: Ja goed. Kijk, dat is civielrechtelijke kwestie. Kijk, de ervaring leert dat als mensen aangifte bij jullie doen, dan is het eerste wat zij te horen krijgen, doorgaans, is: dit is civiel, wij kunnen niks doen. Dat is een beetje hoe jullie werken. Nou, nu krijgt u precies hetzelfde antwoord van mij: geen toestemming om te filmen is een civielrechtelijke kwestie. Dat is iets wat ligt bij de Autoriteit Persoonsgegevens-
Vrouw 01: Maar dan had, maar dan heeft u daar ook niks te zoeken gehad. Want het is hun eigen terrein dan.
Man 01: Maar mevrouw, we wonen niet in Amerika! Dit is Nederland. Dus het werkt niet zo-
Vrouw 01: Ja dat weet ik. Maar goed. Laten we, we hebben net afgesproken: ga het eerst allemaal op papier zetten. Dan kunnen we in ieder geval een intakegesprek doen. Om te kijken wat wij hiermee kunnen. Dat is misschien het handigste.
Man 01: Ja. Wat ik u wel wil meegeven, tot besluit nog: realiseert u zich dat dit voor een documentaire is? Die gaat over de gesloten jeugdzorg en de misstanden die daarin plaatsvinden. Die documentaire, laat ik het maar zo zeggen, die wordt breed uitgezet. Die gaat veel kijkers krijgen. Realiseert u zich hoe u er als politie op komt te staan, op het ogenblik dat ik u opbel, dat het woord ‘gezinshuis’ valt, en dat u gelijk defensief wordt? Dat is toch vreemd? Ik bedoel, weet je, ik, als ik de politie was, dan zou ik zo’n melding gewoon serieus nemen. En zou ik denken van: nou, ik vraag het gewoon uit, maar dan zou ik niet gelijk zeggen van: die mensen hadden het recht om zich te verdedigen. Dat is toch buitengewoon vreemd?
Vrouw 01: Nou ja. Het is bedoeld, nou ja eh, sowieso, eh, vind ik het eh natuurlijk vreemd als eh, een cameraploeg komt bij kinderen. Daar zijn wij heel voorzichtig mee. En dat is niet OK. Dus dat vragen, dus dat is gewoon niet OK.
Man 01: Mevrouw,-
Vrouw 01: Wij hebben daar best wel onze terughoudendheid in denk ik. Maar laten we het verhaal gewoon even face to face gaan bespreken. Ga jij eerst zorgen dat je alle gegevens hebt. En dan gaan we dat verhaal face to face bespreken om te kijken wat wij hiermee kunnen.
Man 01: Dat lijkt mij een uitstekend idee. Ja. Want kijk, ja nogmaals, kijk: dat er een cameraploeg bij kinderen komt, opnieuw kent u de casus niet. Wat daar gebeurd is, in dat gezinshuis, dat kunnen we ook bewijzen, is dat-
Vrouw 01: [onhoorbaar]
Man 01: daar een kind seksueel misbruikt is, en datzelfde kind heeft later suïcide gepleegd.
Vrouw 01: Ja maar jij wilt niet-
Man 01: Dat is wat daar gebeurd is.
Vrouw 01: Ik snap, ik snap, ik snap je probleem. En ik snap dat je daar iets over wilt maken. Maar dan zullen we toch moeten kijken in hoeverre het natuurlijk, hoe we dit moeten gaan aanpakken. Dat kan niet aan de telefoon, dat moet dan even face to face moet dat even gedaan worden. Dat is het handigste denk ik. Maar dan heb ik eerst even alle gegevens nodig.
Man 01: Juist. Ja.
Vrouw 01: Waar het is geweest, en hoe. Dan moeten we even een nieuwe afspraak. In wat voor termijn denk jij dat te hebben, want anders bellen we gewoon morgen terug.
Man 01: Ja. Ik denk dat het handig is om morgen te bellen. Want ik moet zeggen, ik moet zelf ook een beetje bijkomen van alle heisa natuurlijk. En dat geldt ook voor mijn collega’s. Dan kunnen we rustig-
Vrouw 01: Ja de emotie zit er nog.
Man 01: Ja natuurlijk, inderdaad.
Vrouw 01: Ja.
Man 01: En het is, ja wat dat betreft, ja, ik moet wel zeggen: uw collega die ter plaatse was, die heeft, daarvan weten wij gewoon dat die zelf banden heeft met dat gezinshuis. Dus-
Vrouw 01: Ja.
Man 01: Dus dan is het ook even de discussie van: ga je het VIK of de Rijksrecherche invliegen, denk ik. Maar hoe het ook zij, ik denk dat die emotie inderdaad wel een klein beetje moet gaan zakken. En dat het handiger is [onhoorbaar] contact hebben.
Vrouw 01: Ja en ga je contact met ons opnemen? Of wil je dat we jou terugbellen? Ik bedoel, laten we daar afspraken over maken dan.
Man 01: Het lijkt me handig dat wij zelf gewoon even terugbellen. Misschien dat een collega van mij dat even gaat doen.
Vrouw 01: Ja.
Man 01: Dus dat, ja dat zij dat even oppakken. En, ja, het is inderdaad wel, ja, het moet me echt van het hart: ik zeg dat het van de televisie is, en dan kan het in één keer wel. Maar goed. Hoe het ook zij, laten we het inderdaad zo gaan afspreken. Dat is prima.
Vrouw 01: Ja. En dat is gewoon even rustig op ons gemak, dat de emotie er ook even uit is. En dat we dan even om de tafel gaan zitten om te kijken wat hier nou precies gebeurd is.
Man 01: Juist. Dat lijkt mij uitstekend.
Vrouw 01: Ja?
Man 01: Ja prima.
Vrouw 01: Ja dan komen we er gelukkig toch nog uit.
Man 01: Ja.
Vrouw 01: Dat is fijn. Nou. (lacht) Toch? Okee! (lacht)
Man 01: Ja laat ik het zo zeggen, het is voor de televisie, dus dan kan het in één keer wat makkelijker. Dat heb ik wel gemerkt. Precies. Uitstekend.
Vrouw 01: Nou ja nou of het voor de televisie is of niet, dat maakt me niet zoveel uit. U hebt nu een klein beetje laten horen wat er gebeurd is. En dat heeft mij, en dat wilde u eerst niet doen, dat vind ik jammer, want dan had ik waarschijnlijk anders gereageerd. Want ik vind wel, wat jij opnoemt, dat vind ik zorgelijk.
Man 01: Nou ja laat ik het zo zeggen-
Vrouw 01: Snap je?
Man 01: Ja, dat begrijp ik heus ook wel. Maar goed, ik begon het half op te noemen, en de reactie was gelijk van: o, gezinshuis, jullie hadden geen recht om daar te komen, er zijn kinderen betrokken. Kijk, de casus is: daar worden gewoon kinderen vastgehouden daar, en die worden seksueel misbruikt en geronseld. Dat is gewoon hoe de casus in elkaar zit. Dus, dus-
Vrouw 01: Ja. Als we dat, als we dat gewoon even face to face gaan bespreken, en jullie kunnen dat aantonen, en dat soort dingen allemaal, dan moeten we even kijken of we dit hier bij ons moeten doen, of dat het via zeden moet, want dat kan ook nog natuurlijk. Omdat het heel gevoelig ligt, snap je. Dus daar moeten we dan even goed naar kijken.
Man 01: Juist. Uitstekend. Ja.
Vrouw 01: Okee? Nou ik hoop dat we elkaar wat beter begrijpen.
Man 01: Ja, dat is in elk geval zeker zo. Ja. Uitstekend.
Vrouw 01: Okee.
Man 01: Ja. Goed. Prima.
Vrouw 01: Is goed. Okee. Nou, dan horen we, van waarschijnlijk een collega van jou, hoe de afspraken, die belt even opnieuw om een afspraak te maken.
Man 01: Juist. Ja, ja. Uitstekend.
Vrouw 01: Okee. Hee, dank je wel! En nou ja, wij horen het!
Man 01: Uitstekend. Goed.
Vrouw 01: Okee! Fijne dag!
Man 01: Dag.