De betreffende vader wil dit online delen. Kun jij hier ook iets mee?

Op 11 mei 2021 stuurde Daisy Petrona een schokkende gespreksopname. Daisy was samen met Huig de Groot bestuurder van Stichting Jeugdhulp Voldoende Beschermd. Omdat ik net een aantal stukken had gepubliceerd over het gebrek aan rechtsbescherming bij de kinderrechter, had zij contact met mij gezocht. Misschien konden we de handen ineenslaan, was de gedachte.

In de gespreksopname die Daisy stuurde, is een vader te horen die de Inspectie voor Gezondheid en Jeugd (IGJ) belt. Hij doet een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag, omdat hij zich zorgen maakt over zijn 12-jarige dochter. Zijn dochter is uit huis geplaatst in een gezinshuis, en de gezinshuisouder zou bij haar op de kamer komen terwijl ze zich aan het omkleden is.

Het gesprek neemt al snel een schokkende wending. De vader heeft net uitgelegd dat hij zich zorgen maakt om het gedrag van de gezinshuisouder. Het gesprek verloopt dan zo:

IGJ: ja, maar dat zien wij niet als seksueel grensoverschrijdend gedrag. Er moet echt meer aan de hand zijn.
Vader: Ja. Dus ze moeten eerst het complete pakket ervaren hebben voordat de inspectie denkt-
IGJ: Ja. Als Bijvoorbeeld, in het ernstigste geval bijvoorbeeld penetratie door een gezinshuis ouder. Of twee Jongeren die seksueel contact- Hebben gehad. Of er een zwangerschap is ontstaan in een instelling. Dat verstaan wij echt onder seksueel- Uh- Misbruik.

Daisy had het gesprek zelf al online gezet op haar eigen YouTube en LinkedIn. Zij vroeg mij of ik wilde helpen met het verder verspreiden ervan:

“De betreffende vader wil dit online delen. Kun jij hier ook iets mee?”

BVNL-documentaire Taken: Kinderen van de Staat

Een jaar verstreek, en intussen had ik amper nog contact met Daisy. Ik had geen gunstige indruk van haar. Ik vond haar extreem in haar opvattingen. Ik ben zelf iemand die graag de nuance opzoekt. Ik vond LLM Legal en Jeugdhulp Voldoende Beschermd geen geschikte match. Uiteindelijk moet ik het ook aan mijn zakenrelaties kunnen uitleggen.

Rond de zomer van 2022 werd ik gevraagd om deel te nemen aan de documentaire Taken: Kinderen van de Staat, samen met mijn vriendin Marie Carine Kruizinga en haar twee kinderen. Over de schrijnende casus van Marie Carine en haar dochter Kiemtie heeft in februari 2020 een artikel gestaan in de Volkskrant (het is hier online te bekijken). Documentairemaker Docsfair wilde een film maken over de misstanden in de jeugdzorg.

Hoewel ik mijn bedenkingen had over Docsfair en zeker over het platform Indepen.nl waar de documentaire zou worden geplaatst, lieten Marie Carine en ik ons overtuigen door haar voormalige casusregisseur van Delft Support. Die bleef erop aandringen dat we in de documentaire zouden zitten, en verzekerde ons er zelfs van dat het op Netflix zou verschijnen. Daarom heb ik ‘ja’ gezegd, eigenlijk tegen mijn gevoel in, en ondanks mijn bedenkingen over Docsfair en Indepen.nl.

Achteraf bleek de documentaire een farce te zijn. De film moest zo snel mogelijk worden gemonteerd, waardoor er geen tijd was voor echte journalistieke research. Ik bleef mij er steeds over verbazen dat Docsfair geen enkel bewijsstuk bij mij opvroeg voor de beweringen die ik op camera deed. Het rampzalig verlopen bezoek aan het gezinshuis in Friesland was ongepland. Het ontstond in een impuls toen de filmmakers bij Marie Carine thuis, en op de begraafplaats van Kiemtie, opnames aan het maken waren. Docsfair ging uitsluitend op mijn beweringen af, deed zelf geen enkele journalistieke research, en de betekenis van ‘hoor en wederhoor’ leek voor hen onbekend te zijn.

De werkelijke reden voor de grote haast om de film uit te brengen, bleek later pas. Tijdens het filmen werd ik twee keer door Docsfair gevraagd om in te grijpen, omdat een aantal andere deelnemers bezorgd waren over de slechte kwaliteit van de film. Regisseur Belgin Inal appte mij op 26 augustus 2022: “We worden wel een beetje gek van de BN’ers”. Het verzoek was of ik Kim Feenstra onder druk zou willen zetten om snel akkoord te gaan met de documentaire. Zij stuurde mij negatieve opmerkingen over Kim zoals:

Ja maar kim pff opmerkingen zijn soms ook echt model opmerkingen 🙂 gaat nergens over soms 🙂 is echt irritant. terwijl zij weet de hele film niet en ook niets gezien nog. fijn dat jij en JJ om kan gaan met vrouwen :))

De verhoudingen waren onderling gespannen, er zat haat en nijd, en dat allemaal vanwege de grote haast. Die was er blijkbaar niet alleen om de investering in de film snel terug te verdienen door middel van de prijs van € 2 per keer dat de film werd bekeken. Maar het bleek dat de hele film één grote verkiezingsstunt was voor Wybren van Haga van BVNL. De verkiezingen voor de Provinciale Staten kwam eraan, en Wybren van Haga wilde snel ergens mee in de media scoren. De problemen in de jeugdzorg zijn daar natuurlijk wel geschikt voor.

De problemen begonnen toen de documentaire uitkwam en het ineens aanzeggingen van schadeclaims begon te regenen bij Docsfair. Zoals te verwachten viel, stuurde de advocaat van het Friese gezinshuis een brief op poten. Ik kreeg zelf ook zo’n intimiderende brief, maar ik ben niet snel onder de indruk en mijn papierversnipperaar functioneert nog steeds helemaal naar behoren. Docsfair daarentegen, schoot volledig in de paniek, en Indepen.nl ook.

Wybren van Haga van BVNL kon dit soort negatieve publiciteit slecht gebruiken met de verkiezingen in aantocht. Daarom besloten Docsfair, Indepen.nl en een paar andere betrokkenen, achter mijn rug om mij en Marie Carine de schuld te geven voor hun eigen journalistieke falen. Gelukkig waarschuwde Kim Feenstra mij op tijd, zodat ik ons item op 22 september zelf uit de documentaire kon terugtrekken voordat de hel losbarstte. Een andere deelnemer aan de film stuurde mij appjes door van Jean Jacques van Bemmel van Docsfair, die over Marie Carine en haar kinderen schreef:

Die donkere familie gaat uit de film. Rest blijft staan gaat het op lijken. Vervolgstap dat we misdaad journalist gaan inschakelen op dat dossier. Maar zijn nog strategie daarover aan bepalen met de advocaat.

Kort daarna plaatste Indepen.nl een statement online waarin werd gesteld dat Marie Carine, haar kinderen, en ik, niet de waarheid zouden hebben gesproken. Wybren van Haga en BVNL waren blijkbaar bereid om “die donkere familie” publiekelijk op te offeren om er zelf niet slecht op te staan bij de kiezer. 

Ik stuurde Indepen.nl een sommatiebrief om het statement te verwijderen, maar ik kreeg mijn aangetekende brief ongeopend retour. Uiteindelijk heb ik het maar zo gelaten, omdat ik ervan uitging dat de meeste mensen wel begrijpen dat Indepen.nl een complottensite is die puur de belangen van BVNL dient.

Een statement van Wybren van Haga die iemand anders van een gebrek aan integriteit beschuldigt, is een beetje hetzelfde als een beroepsinbreker die verontwaardigd is als hij een insluiper in zijn eigen woning aantreft.

Ik ben erg geschrokken dat hij een audio in de docu heeft laten horen

Tot de meest felle tegenstanders die Docsfair onder druk zetten, behoorden Daisy Petrona en Desiree van Doremalen. Daisy Petrona liet haar advocaat Anton Ekker een brief sturen naar Docsfair, en ik ontving op 20 september zelf ook een brief van hem.

Het ging Daisy erom dat de gespreksopname van de vader die de IGJ belt, van haar moest worden verwijderd. Het begon al met een appje op 11 september, waarin zij Marie Carine benadert met:

Ik ben erg geschrokken dat hij een audio in de docu heeft laten horen, waar ik de eigenaar van ben. Er is mij of de ouder op de audio niks gevraagd.

In de brief van 20 september sommeert haar advocaat Anton Ekker mij om de gespreksopname binnen 24 uur uit de film te verwijderen. Natuurlijk zou ik daar nooit aan hebben kunnen voldoen, want ik ben Docsfair niet. Ik heb de film niet gemaakt, ik ben er alleen in te zien. Bovendien stond ik op dat moment al op het punt om ons item vrijwillig helemaal uit de documentaire terug te trekken.

Er gebeurde lange tijd niets meer. Ik vernam taal noch teken van Daisy Petrona, Anton Ekker, en anderen. Ik zag een paar kwetsende berichten van Desiree van Doremalen voorbijkomen waarin zij stelt dat ik “onzin praat” en dat Marie Carine en haar kinderen “geen slachtoffers” zouden zijn, maar voor de rest bleef het rustig.

Ik kon de tijd goed gebruiken om met mijn gezin door te brengen. Marie Carine en haar kinderen waren er kapot van, hoe het met de documentaire was gelopen. Docsfair had niets van psychische nazorg voor hen geregeld. Het heeft hen best wat tijd gekost om er overheen te komen, en de pijn zit er eigenlijk nog steeds wel. Zij hadden zich op camera kwetsbaar opgesteld en openhartig over het overlijden van Kiemtie verteld, om er vervolgens achter te komen dat we waren belazerd door Docsfair, en dat het om een verkiezingsstunt voor Wybren van Haga ging.

Daisy Petrona stuurt mij een dagvaarding: wis de gespreksopname met de IGJ

Op 8 november 2022 werd de stilte doorbroken, toen er een dagvaarding op mijn kantoor in Amsterdam werd betekend door een deurwaarder. Daisy Petrona had mij, na maanden stilte, ineens voor de civiele rechter gedaagd.

In haar dagvaarding vordert zij van alles, zoals het vernietigen van een dossier dat ik van haarzelf zou hebben. Ik had Daisy ooit geholpen met het inscannen van een paar stukken zodat ze die digitaal aan allerlei mensen kon versturen, en daarnaast had ik haar een keer geadviseerd omdat zij in een kuil was gestapt tijdens het wandelen. Zij wilde de gemeente daarvoor “aanklagen”. Ik heb haar geadviseerd om dat niet te doen omdat het vrijwel geen slagingskans zou hebben.

Maar waar het vooral om te doen was, is dat zij vorderde dat ik al mijn exemplaren van het gesprek van de vader met de IGJ zou vernietigen. En dan neemt de dagvaarding ineens een bijzondere wending. Daisy verwijst zelf terug naar haar bericht aan mij van 11 mei 2021, met de vraag:

De betreffende vader wil dit online delen. Kun jij hier ook iets mee?

Zij laat haar advocaat daar in de dagvaarding namelijk deze bizarre en opmerkelijke draai aan geven:

De vraag van Petrona volgde op een telefoongesprek eerder die dag, waarin andere juridische vragen aan de orde waren gekomen. Petrona bedoelde hiermee enkel te zeggen dat Knijp hierover zou kunnen adviseren.

Ik moest het drie keer lezen om het tot mij te laten doordringen dat het er écht stond. Als Daisy aan iemand vraagt of je wil helpen om iets online te delen, dan betekent dat dus kennelijk: “Wil je adviseren over andere juridische vragen die eerder vanmiddag aan de orde zijn gekomen?”

De advocaat van Daisy stelt verder dat ik met haar vertrouwelijkheid zou hebben afgesproken. Om dat te bewijzen, voegt hij een aantal screenshots van een WhatsApp-gesprek bij. Op die screenshots beloof ik inderdaad wel vertrouwelijkheid, maar niet ten aanzien van de gespreksopname. Het ging over een geheel ander dossier. Daisy had mij een zelfgemaakte tijdlijn gestuurd van een dossier van een moeder die ruzie had over een omgangsregeling, met het verzoek of ik dat wilde doorlezen. Het had niets te maken met de gespreksopname van de vader met de IGJ.

De dagvaarding stond vol met dergelijke verzinsels. Het uitgangspunt in een civiele procedure is dat de procespartijen, en hun advocaten, de feiten volledig en naar waarheid naar voren moeten brengen. Als je als advocaat wordt geconfronteerd met een cliënt die van jou verlangt dat je feiten verzint of feiten verdraait, dan hoor je daar een grens te trekken. Anders schend je al snel de gedragsregels omdat je je onvoldoende onafhankelijk opstelt van je cliënt.

Het kroonjuweel was wat mij betreft het “risico op negatieve uitlatingen”. Daisy Petrona vorderde een verbod om ooit over haar en “haar werkzaamheden in de jeugdzorg” te schrijven, met als argument:

Door de openbaarmaking van het Audiobestand is de reputatie van Petrona ernstig geschaad, onder meer doordat hierdoor bij slachtoffers, ouders van slachtoffers en de IGJ het beeld is ontstaan dat Petrona niet zorgvuldig met vertrouwelijke informatie omgaat. Knijp heeft bovendien herhaaldelijk negatieve en onjuiste uitlatingen gedaan over Petrona. Zo heeft hij in een e-mailbericht aan dhr. […], gezinshuisouder bij […], ten onrechte het beeld geschetst dat Petrona toestemming zou hebben gegeven voor de verspreiding van het Audiobestand (productie 5). Petrona vordert daarom een tot Knijp gericht verbod om in de toekomst nog uitlatingen te doen over de werkzaamheden van Petrona in de gezondheidszorg en het delen van documenten met derden.

Als ik het goed begrijp, heb ik de reputatie van Daisy ernstig geschaad omdat de IGJ een negatief beeld van haar zou kunnen krijgen, omdat ik een gespreksopname heb verspreid in een documentaire die op dat moment al niet meer online te bekijken was. Eerder had ze het zelf al wereldkundig gemaakt via haar eigen YouTube en LinkedIn, en mij daarbij op 11 mei 2022 nota bene zelf om hulp gevraagd.

Nu, achteraf, had ik het fragment toch niet mogen verspreiden. En de reden dat zij een verbod vordert, is dat de IGJ anders negatief over haar zou kunnen denken. Dezelfde IGJ die er op haar eigen Twitter-tijdlijn regelmatig van langs krijgt.

Wil je je vriendje er op wijzen dat hij moet stoppen om mij bij zijn procedures te betrekken?

Omdat ik aan deze dagvaarding geen touw kon vastknopen, besloot ik om Daisy’s advocaat Anton Ekker om opheldering te vragen.

Wat er net daarvoor gebeurd was, is dat ik aan de slag was gegaan in een geheel andere casus. Het gaat om de casus van Asha Hassan. Asha is een Somalisch meisje uit Delft dat in een Haagse gesloten jeugdzorginstelling een einde aan haar leven heeft gemaakt. De omstandigheden waarin dat gebeurde, doen sterk denken aan die van Marie Carine’s overleden dochtertje Kiemtie.

Met de casusregisseur van Delft Support die daarbij betrokken was, had ik destijds goed contact omdat zij ook de casusregisseur van Marie Carine was. Zij had mij op 5 mei 2022 uitgebreid verteld wat er rondom Asha was gebeurd. Het komt erop neer dat er een opeenstapeling van blunders en protocolschendingen had plaatsgevonden. Achteraf werd de schuld voor het overlijden van Asha bij de moeder gelegd, en werd er aangestuurd op de uithuisplaatsing van alle overige minderjarige kinderen in het gezin, om het naar buiten toe ‘echt’ te laten lijken. De casusregisseur sprak er schande van en noemde het “indekgedrag”.

De casusregisseur beloofde het verhaal snel naar buiten te zullen brengen, maar er gebeurde maandenlang helemaal niets. Naderhand bleek zij, althans naar zeggen van Belgin Inal, tot de groep personen te behoren die probeerden om de documentaire onderuit te halen. Tussen die personen zat overigens ook een vertrouweling van Pieter Omtzigt. Die had mij destijds nog gevraagd om dit stuk over de WGS (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden) te schrijven, zodat hij het aan Omtzigt kon voorleggen.

Ik besloot het verhaal van Asha zelf naar buiten te brengen. Eerder had ik Delft Support al een aansprakelijkstelling gestuurd. Het openbaar maken van het verhaal van Asha Hassan bleek echter als een rode lap op een stier te werken op Daniël S. Daniël S. is een man die in het verleden wat hand- en spandiensten voor mij heeft verricht. Daniël S. werkt veel samen met zowel de casusregisseur als met Daisy. Daniël stuurde mij woedende berichten nadat hem was verteld dat ik de casus van Asha Hassan naar buiten had gebracht.

Er zat een hoop gescheld tussen, ook aan het adres van Marie Carine, en teksten zoals:

En Tom meent mensen via hun werkgever te belasten en morgen worden er weer aangiftes tegen Tom gedaan. Als Tom mij nog 1 geintje flikt, dan trek ik alles los en zullen zijn ouders ook weten wat voor een misbaksel zij op deze aarde hebben neergezet.
Tom is nooit een vriend geweest en als hij mij nog 1 geintje flikt, zal hij dit zichzelf nog heel lang herinneren.

Toen ik Anton Ekker om opheldering vroeg, werd dat gevolgd door een reactie van Daniël S. Ik had zijn naam namelijk ergens genoemd in mijn bericht aan Anton Ekker. Daniël S. stuurde Marie Carine een reeks van appjes, die begon met:

Hi Marie Carine. Wil je je vriendje er op wijzen dat hij moet stoppen om mij bij zijn procedures moet betrekken? Ik houd mij totaal niet bezig met Tom en verzoek hem dringend om mij ook los te laten.

Dat werd weer gevolgd door een hoop gescheld. Als ik niet aan zijn wensen zou voldoen, dan zou hij allerlei geruchten over mij verspreiden onder mijn zakelijke contacten, zoals de Orde van Advocaten en zelfs het Openbaar Ministerie. Ook zou hij langsgaan bij mijn gepensioneerde ouders om hen persoonlijk te informeren dat zij een misbaksel hadden gecreëerd. Hij vermeldde speciaal hun adres om te laten zien dat hij wist waar zij woonden.

Omdat ik hiervan geschrokken was, nam ik wat eerder vrij van mijn werk en zond ik Anton Ekker een bericht. Daarin verzocht ik hem om zijn cliënt te vragen om mijn stukken niet meer te delen met Daniël S., omdat ik door hem werd bedreigd. Ik vertelde hem dat ik perplex was en dat ik eerder was weggegaan van mijn werk om thuis bij te komen.

Diezelfde avond ontvingen Marie Carine en ik opnieuw dreigberichten van Daniël S. Hij reageerde inhoudelijk op wat ik aan Anton Ekker en Daisy had geschreven, met:

En dan ben jij perplex en moet je thuis bijkomen sneu figuur.

Het ging weer gepaard met het gescheld dat we intussen van Daniël S. kenden. Dus richtte ik mij opnieuw tot Anton Ekker, en deelde hem mede dat Daniël S. mij en mijn gezin bleef lastigvallen. Zijn cliënt bleef dus kennelijk toch steeds mijn berichten naar hem doorsturen, ook al wist ze dat mijn gezin dan zou worden lastiggevallen.

Ik had het beter niet kunnen doen, want de berichten werden alleen maar dreigender van toonzetting. Het begint dan met:

OK. Je gaat toch door met je ongefundeerde aantijgingen richting mij naar anderen. Je weet wat ik je gezegd heb.

Dat wordt dan onder andere gevolgd door een sneer naar mijn vader. Mijn vader was vroeger vicepresident (senior rechter) in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, en geniet nu van zijn pensioen. Mijn moeder komt uit Roemenië. Volgens Daniël S. komt zij uit een achterstandspositie en maakt mijn vader daar misbruik van. Daniël schrijft namelijk:

Je hebt het natuurlijk van je vader: de hunkering naar kwetsbare vrouwen uit een achterstandspositie om misbruik van te maken. […] Wat een walgelijk misbaksel ben jij.

Toen Daniël S. foto’s van mijn achtjarige zoontje naar mij en mijn vriendin begon te sturen om ons te intimideren, was voor mij de maat vol. Ik belde de politie en deed aangifte wegens bedreiging (art. 284 Sr). Naderhand hoorde ik van zijn wijkagent dat die tot drie keer aan toe had geprobeerd om een STOP-gesprek met hem te voeren, maar Daniël S. weigerde telkens om de deur open te doen voor de politie. Gelukkig bleef het daarna rustig.

Een geweldige baan

Op 4 maart verscheen er in FD Persoonlijk (de zaterdageditie van het Financiële Dagblad) een special over professionals die bedreigd worden terwijl zij hun werk doen. Daarin beschrijf ik wat de bedreigingen met mij gedaan hebben (want ze kwamen niet alleen maar van Daniël S.). Ik vertelde dat ik vaak midden in de nacht wakker word met kolkende adrenaline. Omdat ik een binnenvetter ben, praat ik er niet makkelijk over.

Diezelfde dag plaatste ik een bericht op LinkedIn, Facebook, en Twitter, met verwijzing naar dat artikel in het FD. Daarbij vermeldde ik de bedreigingen die van Daniël S. kwamen, telkens wanneer ik iets deed in de procedure Petrona/Knijp wat tegen zijn zin was.

Ik begon een van mijn zinnen met: “Een bedreiger spande een rechtszaak aan”. Dat is mij duur komen te staan. Alle vorderingen van Daisy Petrona zijn weliswaar afgewezen, maar kort na 4 maart vermeerderde haar advocaat de eis, en vorderde hij een rectificatie. Zo kort voor een zitting is dat waarschijnlijk verboden wegens strijd met een goede procesorde (art. 130 lid 1 Rv), maar de kantonrechter stond het toch toe.

Mag je in de rechtbank kauwgom eten?

Op 17 maart werd er een zitting ingepland in de zaak Petrona/Knijp. Van tevoren kondigde Daisy, in cryptische bewoordingen, op Twitter aan dat er “binnenkort een zitting is” en daar zou zij een “vriend” naartoe nemen:

Mag je in de rechtbank kauwgom eten? Binnenkort is er een zitting. Het is wijs als die vriend niets zegt, tenzij de rechter daarom vraagt! Veel kauwgom in de mond kan spreken voorkomen
#ikvraagditvooreenvriend #zwijgen

Ik ging dus al met enige tegenzin naar de zitting toe. Op de zitting bleek Daniël S. inderdaad in het publiek te zitten. En zoals te verwachten viel, heeft hij zich op de zitting herhaaldelijk misdragen. Hij viel mij vanuit het publiek meerdere keren in de rede terwijl ik probeerde om het woord te voeren. Het was een chaotische zitting. De kantonrechter wist de orde niet goed te bewaren. Daisy had nog een paar andere medestanders meegebracht die zich eveneens vanuit het publiek met de procedure bemoeiden. De kantonrechter moest Daniël meermaals tot kalmte manen. Uiteindelijk verliet hij woedend de zittingszaal, en tijdens het weglopen volgde er nog een sneer over mijn vader: “Het is wel het zoontje van een rechter he.”

Toen de rechter daarnaar vroeg, stelden Daisy en haar advocaat dat het toeval was dat Daniël S. aanwezig was op de zitting. Hij kon het online hebben gelezen. Voor wat betreft het doorsturen van mijn berichten naar Daniël S., die mij vervolgens bedreigde, erkende Daisy dat zij dat inderdaad deed. Het was volgens haar echter niet haar verantwoordelijkheid wat er vervolgens mee gebeurde.

Rectificatie

De kantonrechter is in dat laatste betoog meegegaan. De rechter stelt in haar vonnis dat ik “geen enkel” bewijs zou hebben geleverd dat Daisy mij zelf heeft bedreigd, en evenmin dat zij derden daartoe heeft aangezet.

Wat er in het vonnis gebeurt, is dat de rechter alle vorderingen van Daisy heeft afgewezen. In theorie heeft zij de procedure dus op alle fronten verloren. Vervelend genoeg is haar verzoek om rectificatie echter wel toegewezen. Voor mij voelt dat als een onverdiende klap in het gezicht van iemand die zich belangeloos inzet voor anderen, en die daarbij grote persoonlijke risico’s neemt.

Haar vordering tot rectificatie is dus toegewezen, maar er is iets mee aan de hand.

De rechter constateert eerst netjes in rechtsoverwegingen 1.6 en 1.7 dat ik enkel op 4 maart 2023 berichten online heb geplaatst waarin ik naar Daisy verwijs als een “bedreiger”. In het hele procesdossier heeft Daisy verder geen enkel bewijs geleverd dat ik mij, op welk ander moment dan ook, met diezelfde bewoordingen zou hebben uitgelaten.

Daisy en haar advocaat leveren geen inhoudelijk bewijs voor hun stellingen, zoals art. 150 Rv voorschrijft. Daisy Petrona kent de gang van zaken in jeugdzorggerelateerde kwesties goed, en weet dus als geen ander dat rechters in zulke kwesties vaak geneigd zijn om de plicht tot waarheidsvinding naast zich neer te leggen.

In de tekst van de rectificatie gaat de rechter opmerkelijk genoeg mee in  haar verhaal. Ik heb vaak genoeg geschreven over het gebrek aan waarheidsvinding bij de rechter, maar nu overkomt het mij dus zelf met de Rechtbank Amsterdam. De tekst luidt namelijk:

“RECTIFICATIE
In de afgelopen maanden heb ik herhaaldelijk uitlatingen gedaan over Daisy Petrona. Hierin heb ik gesteld:
– dat zij bedreigingen zou hebben geuit aan het adres van Knijp en/of dat zij derden daartoe zou hebben aangezet.
De kantonrechter te Amsterdam heeft onlangs geoordeeld dat deze uitlatingen onjuist waren en onrechtmatig jegens mevrouw Petrona.”

De rechter wendt het zo, alsof ik Daisy in de afgelopen maanden herhaaldelijk zou hebben lastiggevallen met negatieve uitlatingen waarin ik haar een bedreiger noem. Dat is, zoals uit rov. 1.6 en 1.7 van het vonnis blijkt, aantoonbaar onwaar. Het is alleen op 4 maart gebeurd. Bovendien meen ik dat ik, gelet op de context waarin ik mijn uiting deed, weliswaar onbedoeld de grens heb opgezocht, maar dit was niet óver de grens. Het geeft hooguit aan dat ik soms wat scherper op mijn woordkeus moet letten.

De rechter heeft kennelijk niet goed opgelet. Of zij heeft wellicht een andere reden gehad om er zelf bij te verzinnen dat dit “maandenlang” aan de gang zou zijn geweest, in plaats van alleen op 4 maart. Normaal gesproken kun je zoiets in hoger beroep wel rechttrekken. Een rechter die zelf feiten verzint, handelt in strijd met art. 19, 24 en 149 lid 1 Rv, en art. 6 EVRM. Een rechter is namelijk gebonden aan de partijautonomie (art. 24 Rv), waarin is bepaald dat niet de rechter, maar de partijen zélf, bepalen over welke feiten er wordt geprocedeerd. En de eerste volzin van art. 149 lid 1 Rv luidt:

Tenzij uit de wet anders voortvloeit, mag de rechter slechts die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag leggen, die in het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die overeenkomstig de voorschriften van deze afdeling zijn komen vast te staan.

Het lastige is hier alleen dat het gaat om een veroordeling die “uitvoerbaar bij voorraad” is. Dat betekent dat het meteen ten uitvoer kan worden gelegd, en ik zou Daisy € 500 moeten betalen per dag dat ik ermee in gebreke blijf.

Gelukkig zijn er nog redmiddelen om het recht te trekken. Om te beginnen is het, binnen grenzen, toegestaan om een rectificatie te voorzien van een toelichting. Dat volgt uit jurisprudentie zoals HR 23-02-2007; ECLI:NL:HR:2007:AZ3085 (met name rov. 3.3).

Bovendien bevat de rectificatie een kennelijke misslag, omdat de bewoordingen in de rectificatie geen steun vinden in rov. 1.6 en 1.7 van het vonnis. Dat betekent dat het voor Anton Ekker waarschijnlijk onrechtmatig is om de tenuitvoerlegging van het vonnis toch af te dwingen. Doet hij het wel, dan moet hij mij mogelijk een schadevergoeding betalen wegens onrechtmatige daad (art. 6:162). Bovendien handelt hij waarschijnlijk in strijd met de gedragsregels voor advocaten, en in het bijzonder regel 6.

Hoe het nu verder gaat, is dat ik in hoger beroep ga tegen dit vonnis, ook al heb ik de procedure verder op alle onderdelen gewonnen en zijn alle vorderingen van Daisy Petrona afgewezen. Voor wat betreft het verdraaien van de waarheid door Anton Ekker en zijn cliënt, ligt dat nu bij de deken van de Orde van Advocaten. Die zal moeten beoordelen of aan Anton Ekker een tuchtmaatregel moet worden opgelegd wegens het schenden van zijn waarheidsplicht.

De nieuwste ontwikkeling is dat het erop lijkt dat Anton Ekker zich heeft teruggetrokken uit de zaak van Daisy Petrona. Kennelijk is er onmin ontstaan tussen hem en zijn cliënt, of is er iets anders aan de hand. Ik kan er geen hoogte van krijgen wat er speelt.

Geen waarheidsvinding in de jeugdzorg

Tot nu toe heb ik mij vol energie ingezet op het dossier jeugdzorg. Ik heb er nog nooit geld aan verdiend. Integendeel: ik heb daar een hoge prijs voor moeten betalen. Er hebben momenten tussen gezeten dat ik overwogen heb om te stoppen. Een van de engste momenten was toen Daniël S. mij foto’s van mijn eigen zoontje stuurde om te intimideren. Ook het optreden van Docsfair en Wybren van Haga van BVNL vond ik verschrikkelijk om mee te maken.

Wat mij hierin aangrijpt, is dat de felste tegenstand die ik ervaar, afkomstig is uit kringen van zelfbenoemde ‘slachtoffers’ van de jeugdzorg zoals Daisy Petrona en Desiree van Doremalen. Die naar buiten toe de schijn wekken dat zij het beste voor hebben met ouders en kinderen die met een ingrijpen van jeugdzorg worden geconfronteerd, maar achter de schermen sabotage plegen. Zij duperen daarmee juridisch professionals zoals mijzelf, die hun nek uitsteken voor de ouders en kinderen die het slachtoffer worden van falend beleid en tekortschietende kinderrechtspraak. Maar vooral duperen zij de kinderen en hun ouders, die zij zeggen te beschermen.

Ik ga nooit stoppen. Daisy Petrona dreigt nu om een dwangsom van € 500 per dag te incasseren, met een maximum van € 15.000, zolang ik geen rectificatie plaats. Die rectificatie heb ik dan ook geplaatst conform het vonnis, ook al pleegt zij daarmee misbruik van recht. Wel vergezeld van een toelichting, zoals het criterium in HR 23-02-2007; ECLI:NL:HR:2007:AZ3085 (met name rov. 3.3) mij daarop het recht geeft.

De rechter heeft mij niet verboden om de waarheid te spreken over Daisy Petrona en haar Stichting Jeugdhulp Voldoende Beschermd. Die waarheid staat in deze toelichting.

Daisy Petrona kwam in de casus van Marie Carine Kruizinga als een soort ‘ouderondersteuner’, om haar te helpen in haar strijd om gerechtigheid voor haar overleden dochter Kiemtie. Toen ik in de casus kwam, sloeg de stemming bij Daisy om. Nu zet zij alles op alles om de zaak van Marie Carine in de wielen te rijden. Ik vind het verschrikkelijk dat mensen zoals Daisy Petrona mensen zoals mijzelf saboteren, die zich inzetten voor een veilige en rechtvaardige jeugdzorg, en die daarbij daadwerkelijk succes boeken.

Daisy Petrona heeft mij en mijn gezin niet letterlijk zelf bedreigd, en evenmin heeft zij anderen daartoe aangezet. Wel wist zij dat het gebeurde, wat zij op 17 maart op zitting ook heeft toegegeven, en zij deed daarmee op een oneigenlijke manier haar voordeel. Haar advocaat wist er ook van. Daisy Petrona is niet zelf een bedreiger, maar zij heeft in een belangrijke mate bijgedragen aan het mislukken en offline gaan van de documentaire Taken: Kinderen van de Staat. Ik hoop dat de ouders en kinderen die haar hulp inroepen, zich eerst achter hun oor zullen krabben. Zij raken daardoor alleen maar van de regen in de drup.

Mr. T.A. (Tom) Knijp, LLM Legal

Nieuwste blogs

Populairste blogs

Deel dit bericht